This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Ordening
Slide 1 - Slide
Ordening verdeel je in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen
Slide 2 - Quiz
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een dier?
A
Celwand en celkern
B
Bladgroenkorrels, celwand en celkern
C
Celwand
D
Celkern
Slide 3 - Quiz
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een plant?
A
Celwand en bladgroenkorrels
B
Celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
Celkern en bladgroenkorrels
D
Celwand en celkern
Slide 4 - Quiz
Bij welke organismen komen geen celwanden voor?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien
Slide 5 - Quiz
Een lijger komt voor wanneer een tijger en een leeuw samen voortplanten. Lijgers zijn onvruchtbaar. Horen tijgers en leeuwen tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Schimmels kunnen voedselbederf veroorzaken. Welke andere groep van organismen kan ook bederf van voedsel veroorzaken?
Slide 7 - Open question
Zijn bacteriën ééncellige of meercellige organismen?
A
Eencellig
B
Meercellig
C
Eencellig en meercellig komen beide voor
Slide 8 - Quiz
Hoe vindt voortplanting van bacterien plaats?
A
Deling
B
Kruising
C
Enten
D
Stekken
Slide 9 - Quiz
Bacteriën planten zich voort door deling. Pak je rekenmachine en voer de volgende opdracht uit. Een bacteriesoort deelt zich iedere 15 minuten. Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur uit 1 bacterie?
Slide 10 - Open question
Noem 1 voorbeeld waarbij schimmels gebruikt worden om voedingsmiddelen te maken. Noem het voedingsmiddel.
Slide 11 - Open question
Bij welke organismen komen ééncelligen en meercelligen voor?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacterien
D
Schimmels
Slide 12 - Quiz
Bacteriën en schimmels breken dode resten van organismen af, hierbij ontstaan voedingsstoffen voor planten. Hoe noemen we bacteriën en schimmels daarom ook wel?
A
Reducenten
B
Consumenten
C
Producenten
Slide 13 - Quiz
Hiernaast zie je een naaldboom, tot welke stam van de planten behoort die?
A
Mossen
B
Paardestaarten
C
Varens
D
Zaadplanten
Slide 14 - Quiz
Bij welke stam van de planten liggen er sporenhoopjes aan de onderkant van bladeren?
A
Mossen
B
Paardenstaarten
C
Varens
D
Zaadplanten
Slide 15 - Quiz
Je ziet hiernaast een plaatje van een paardenbloem. Is dit een wier, sporenplant of zaadplant?
A
Wier
B
Sporenplant
C
Zaadplant
Slide 16 - Quiz
Wat is de functie van bladgroenkorrels in de plantencellen?
Slide 17 - Open question
Welke kenmerken worden bij het ordenen van het dierenrijk in stammen, gebruikt?
A
Skelet
B
Symmetrie
C
Benen
D
kleur
Slide 18 - Quiz
Waar kijken we naar bij het ordenen van dieren?
A
Hoe ze zich voortplanten
B
Waar ze leven
C
Of ze een skelet hebben
D
Op wat voor soort poten ze hebben
Slide 19 - Quiz
Wat is ordenen
A
Zorgen dat het stil is, orde houden
B
Orders maken voor verzending
C
De verschillen zoeken
D
Verdelen in groepen met dezelfde kenmerken
Slide 20 - Quiz
Wat is determineren?
A
Het ordenen van soorten met behulp van afbeeldingen.
B
Het op naam brengen van soorten met behulp van afbeeldingen.
C
Het op naam brengen van soorten met behulp van kenmerken.
D
Het ordenen van soorten met behulp van kenmerken
Slide 21 - Quiz
Als je de was sorteert, ben je dan aan het ordenen?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Ben je al begonnen met leren?
Nee
Ja
Slide 23 - Poll
Ik weet hoe ik voor biologie moet leren
Ja, ik weet ook altijd wat ik nog zou kunnen doen
Soms, ik weet niet altijd hoe ik het aan moet pakken