11.3 De ogen

11.3 De ogen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

11.3 De ogen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Start
Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weetjes
  • Je knippert elke dag ongeveer 10.000x

  • Mensen met lichte ogen knipperen vaker dan mensen met bruine ogen

  • Niezen met ogen open is onmogelijk (reflex!)

  • Met het linkeroog gesloten kan je niet over je linkerschouder kijken





Slide 3 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Terugblik 
Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat maken zintuigcellen?
A
Zintuigen
B
Zenuwen
C
Impulsen
D
Spieren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een impuls is?
A
Een elektrisch stroompje
B
Een berichtje uit je omgeving

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een prikkel is......?
A
Informatie uit je omgeving
B
Een zintuig
C
Een impuls
D
Een signaal

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Schuif naar 
de juiste plek
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

In welke laag van de huid vind je de zweetklieren?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
Nat houden van de huid
B
Soepel houden van de huid
C
Afkoeling van de huid
D
Heel veel zweten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is eelt?
A
De hoornlaag die steeds dikker wordt
B
De kiemlaag die steeds dikker wordt
C
De lederhuid die steeds dikker wordt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Talgklier
Talg
Zweetklier
Zweet
Maakt talg
Vettige stof
Maakt de huid soepel
Koelt lichaam
Maakt zweet

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Thema 11.3 
De ogen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog benoemen met hun functies en kenmerken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het oog

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je ogen worden beschermd door?
1: Tegen vuil & fel licht: wenkbrauwen, oogleden, wimpers

2:  Tegen uitdroging:
traanklier

3: Tegen invloeden van buitenaf (bv druk of stoten):
oogkassen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Waar wordt traanvocht gemaakt?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Buitenkant oog
harde oogvlies, iris, pupil & hoornvlies
Binnenkant oog
lens, glasachtig lichaam, oogzenuw, oogspieren, netvlies, vaatvlies

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Binnenkant van het oog
hoornvlies → pupil → lens → glasachtig lichaam → netvlies

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Uitwendige bouw van het oog
Wenkbrauwen voorkomen dat zweet in de ogen loopt.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wimpers houden zand tegen en beschermen tegen fel licht.
Traanvocht voorkomt uitdroging, spoelt vuil weg en remt de groei van bacteriën.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Traanbuizen voeren traanvocht af naar de neusholte.
Oogspieren: hierdoor kunnen de ogen naar alle kanten bewegen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Harde oogvlies (=oogwit), iris (=regenboogvlies) en pupil maken deel uit van de oogbol. Door de pupil komt het licht naar binnen. De iris regelt hoeveel licht naar binnen mag...

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm en het netvlies op zijn plaats

Slide 29 - Slide

This item has no instructions


Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

ede van het oog
Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.
Het netvlies is het binnenste vlies. Hierop liggen de lichtgevoelige zintuigcellen. De meeste lichtgevoelige zintuigcellen liggen op de gele vlek.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
netvlies

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Aan de bak!
Leren, leren, leren!

Heb je vragen? Stel ze!!


Slide 36 - Slide

This item has no instructions