This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Even herhalen
Slide 1 - Slide
Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt. Bepaal met behulp van de afbeelding de pikorde van de kippen. Welke kip staat bovenaan in de pikorde?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 2 - Quiz
Is hier sprake van een inwendige of een uitwendige prikkel?
A
Een inwendige prikkel
B
Een uitwendige prikkel
Slide 3 - Quiz
Wat is hier GEEN inwendige prikkel?
A
Honger
B
Dorst
C
Hormonen
D
Geluid
Slide 4 - Quiz
Wat is de drempelwaarde?
A
Als de sterkste prikkel een impuls maakt.
B
Als de zwakste prikkel een impuls maakt.
Slide 5 - Quiz
Sleutelprikkels zijn altijd uitwendige prikkels
A
waar
B
onwaar
Slide 6 - Quiz
Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag
Slide 7 - Quiz
Een mannetjes pauw heeft hele mooie veren. Hij gebruikt zijn veren om aan vrouwtjes te laten zien hoe gezond hij is. Dit is:
A
Dominant gedrag
B
Ondergeschikt gedrag
C
De pikorde
D
Baltsgedrag
Slide 8 - Quiz
Sociaal gedrag =
A
Het gedrag naar alle dieren.
B
Het gedrag naar andere dieren.
C
Het gedrag tussen mens en dier.
D
Het gedrag tussen soortgenoten
Slide 9 - Quiz
Wat is een inwendige prikkel?
A
Ik ruik een frikandelbroodje
B
Ik heb trek in een frikandelbroodje
C
Ik zie een frikandelbroodje
D
Mijn vriend praat over een frikandelbroodje
Slide 10 - Quiz
Territoriumgedrag
A
Aanvalsgedrag, vluchtgedrag en onderdanige gedrag
B
Aanvalsgedrag, vluchtgedrag en bevriezen
C
Aanvalsgedrag, onderdanige gedrag en dreiggedrag
D
Aanvalsgedrag, vluchtgedrag en dreiggedrag
Slide 11 - Quiz
Voortplantingsgedrag
A
Baltsgedrag, paring en broedzorg
B
Baltsgedrag, paring en territoriumgedrag
C
Paring, overspronggedrag en broedzorg
D
Baltsgedrag, overspronggedrag en broedzorg
Slide 12 - Quiz
Motivatie is de bereidheid (dat je wil reageren) om te reageren op een prikkel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
De lange benen van een barbiepop zijn...
A
een sleutelprikkel
B
een supranormale prikkel
C
motivatie prikkel
Slide 14 - Quiz
Je maag geeft een signaal af dat deze vol is. 1. Is dit een interne of externe prikkel? 2. Is je motivatie om te eten op dat moment hoog of laag?
A
Interne prikkel; motivatie laag
B
Interne prikkel; motivatie hoog
C
Externe prikkel; motivatie laag
D
Externe prikkel; motivatie hoog
Slide 15 - Quiz
Wie staat bovenin de rangorde? Wie staat onderin de rangorde?
A
Boven: Dirkje
Onder: Froukje
B
Boven: Cootje
Onder: Bea
C
Boven: Bea
Onder: Cootje
D
Boven: Cootje
Onder: Dirkje
Slide 16 - Quiz
Mensen doen aan territoriumgedrag.
A
Eens
B
Oneens
Slide 17 - Quiz
Welk sociaal gedrag zien we hier?
A
territoriumgedrag
B
voortplantingsgedrag
C
groepsgedrag
Slide 18 - Quiz
5.3: Gedrag onderzoeken
Slide 19 - Slide
Lesdoelen
Na vandaag kan je benoemen wat een ethogram en een protocol is
Na vandaag weet je wat je hoe je een ethogram en een protocol maakt
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Studie van gedrag
Ethologie = studie van gedrag
Etholoog = iemand die gedrag bestudeert
Alles objectief bekijken = alleen feiten!
Wat?
Hoe vaak?
Slide 22 - Slide
Wat moet dit persoon allemaal doen om soep te eten?
Slide 23 - Slide
Gedrag = aantal handelingen
1. Lepel oppakken
2. Lepel in de soep doen
3. Lepel met soep in de mond doen
Slide 24 - Slide
Waarom onderzoeken we gedrag?
Om bepaalde gedragsketens te ontdekken, en dus gedrag te kunnen voorspellen.
Gedragsketen = dezelfde volgorde van handelingen (bijvoorbeeld soep eten)
Slide 25 - Slide
0
Slide 26 - Video
Gedragsketen
Gedragsketen:
opeenvolging van handelingen,
altijd in vaste volgorde
Vaak te zien bij voortplantingsgedrag
Slide 27 - Slide
Ethogram
Wat doet het dier?
Lijst met beschrijving en afkorting van verschillende handelingen die het dier kan doen.
Slide 28 - Slide
Handeling
Afkorting
Omschrijving
Eten
Et
Kauwende beweging met voedsel in de bek
Graven
Gr
...
Snuffen
Sn
Met snuit aan materiaal ruiken
Krabben
Kr
...
enz...
...
...
Ethogram
Slide 29 - Slide
Handeling
Afkorting
Omschrijving
Maak allemaal een tabel van 3 rijen breed!
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Slide
Protocol
Om de 5 seconden noteer je welke handeling je ziet.
Omdat je snel moet zijn, gebruik je de afkortingen.
Aan het einde tel je de afkortingen
Slide 33 - Slide
Jeroen beweert dat een balts van een stekelbaars een handeling is. Is dit juist? Leg uit.
A
Ja, een balts is een enkele handeling
B
Nee, een balts zijn meerdere handelingen (gedragsketen)