Kerstquiz

2022
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2022

Slide 1 - Slide


In welke maand is het kerst?
A
Juli
B
December
C
Augustus
D
Maart

Slide 2 - Quiz


Wanneer vieren we kerst?
A
25 en 26 december
B
30 december en 1 januari
C
15 en 16 december
D
20 en 21 december

Slide 3 - Quiz


Wat wordt er gevierd met kerst?
A
De geboorte van Josef
B
De geboorte van Jezus
C
De geboorte van de engel
D
De geboorte van Maria

Slide 4 - Quiz


Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 5 - Quiz


Wat gebeurt er als je met Kerst
onder een mistletoe staat?
A
Je krijgt een cadeau
B
Je mag een wens doen
C
Je krijgt een kus
D
Brengt je geluk...

Slide 6 - Quiz

Wat is de kans op een witte kerst?
A
5%
B
7%
C
8%
D
6%

Slide 7 - Quiz

Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen

Slide 8 - Quiz

Hoe kan het dat het met kerst zomer is in Australië?
A
De aarde draait niet overal op de wereld even snel. Daarom is het in Australië met kerst nog zomer.
B
In het noorden is het altijd kouder dan in het zuiden. In het zuiden is het dus het hele jaar zomer.
C
Een deel van het jaar is de bovenkant van de aarde naar de zon toegekeerd en is het daar zomer.

Slide 9 - Quiz

Rekenronde!

Slide 10 - Slide

Faas hangt 28 kerstballen in de boom. Jill hangt er nog 9 kerstballen bij.
Hoeveel ballen hangen er nu in de boom?
A
9 ballen
B
26 ballen
C
19 ballen
D
37 ballen

Slide 11 - Quiz

Er hangen 67 zuurstokken in de boom. Lily eet er 10 op. Milan eet er 8 op. Hoeveel zuurstokken heb ik over?
A
59 zuurstokken
B
75 zuurstokken
C
49 zuurstokken
D
85 zuurstokken

Slide 12 - Quiz


Guusje ruimt de kerstboom op. Er hangen 25 kerstballen in de boom. In elke doos passen 6 kerstballen.
Hoeveel dozen heeft Guusje nodig? Houdt ze nog iets over?
A
4 dozen r. 2
B
4 dozen r. 1
C
3 dozen r. 4
D
5 dozen

Slide 13 - Quiz

In de winkel liggen zakjes koekjes. In elke zak zitten 70 koekjes. Mees koopt 8 zakken. Hoeveel koekjes heeft Mees?
A
560 koekjes
B
56 koekjes
C
780 koekjes
D
78 koekjes

Slide 14 - Quiz

Kerstfilms!

Slide 15 - Slide

Hoe heet
deze Kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 16 - Quiz


Hoe heet deze kerstfilm?
A
De familie Claus
B
Home alone 2
C
Kerst met Linus
D
Scrooge

Slide 17 - Quiz


Wat is de naam van deze film?
A
Santa claus
B
Arthur and the elfs
C
Arthur Christmas
D
Ninja Elfjes

Slide 18 - Quiz


Wie is dit?
A
Niko
B
de Kerstman
C
Sinterklaas
D
de Grinch

Slide 19 - Quiz


Welke film is dit?
A
Frozen
B
Niko
C
Elf
D
Rendiertjes

Slide 20 - Quiz

Muziekronde 

Slide 21 - Slide

Raad het kerstnummer

Kerstlied
A
O dennenboom
B
White Christmas
C
Last Christmas
D
Lonely this Christmas

Slide 22 - Quiz

Raad het kerstnummer

Kerstlied
A
Merry Christmas
B
Sleigh ride
C
Santa tell me
D
Underneath the tree

Slide 23 - Quiz

Raad het kerstnummer
Kerstlied
A
All I want for Christmas is you
B
Last Christmas
C
Happy Xmas
D
Silent night

Slide 24 - Quiz

Raad het kerstnummer (zonder tekst)
Kerstlied
A
Ik ben een kerstbal
B
Oh dennenboom
C
It´s Christmas
D
Rudolph the red nosed reindeer

Slide 25 - Quiz

Raad het kerstnummer (zonder tekst)
Kerstlied
A
Ik ben een kerstbal
B
Merry Christmas
C
Last Christmas
D
Jingle Bells

Slide 26 - Quiz