This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Paragraaf 3.3
De seizoenen
leerdoelen:
- Je weet dat de aarde schuin staat
- Je begrijpt hoe de seizoenen veroorzaakt worden door de schuine stand van de aarde
Slide 1 - Slide
even heel eerlijk: heb je de tekst van paragraaf 3.1 en 3.2 al grondig en goed doorgelezen?
A
Natuurlijk meneer, al 15 keer!
B
Nee eigenlijk niet, AK is stom
C
Ja, dat heb ik gedaan
D
Nee, om heel eerlijk te zijn, dat heb ik niet.
Slide 2 - Quiz
Paragraaf 3.3
De seizoenen
we gaan het hebben over de seizoenen. waarom hebben we eigenlijk een winter en een zomer? wat is hier de oorzaak van?
Om dit te leren gaan we tegelijkertijd oefenen met manieren van denken voor de toest.
Slide 3 - Slide
Wat is de oorzaak van de warmte op aarde?
A
De atmosfeer
B
De zee
C
De zon
D
De aardkern
Slide 4 - Quiz
hoe verder van de evenaar hoe mee oppervlak de zon moet verwarmen. dus hoe verder van de evenaar:
A
hoe kouder
B
hoe warmer
C
hoe droger
D
hoe zonniger
Slide 5 - Quiz
Ik weet het volgende: in de zomer is het warmer, in de winter is het kouder. Op basis van de vorige vragen kan ik dus stellen dat er in de zomer meer energie van de zon word omgezet in warmte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Ook heb weet ik dat wanneer de zon meer recht boven een plek staat het warmer is. Dit komt opdat de zon een kleiner oppervlak hoeft te verwarmen. Dit betekend dus dat in de zomer de zon rechter boven ons staat.