Inspelen op innovaties - H3. Reflecteren

• Keuzedelen
• MBO
• Studiejaar 4

Inspelen op innovaties

Omgaan met veranderingen, wat heb je hiervoor nodig?

antwoorden: 

aanpassingsvermogen, creativiteit, inlevingsvermogen, snel kunnen schakelen, loyaal aan je bedrijf. 

Beschrijf één SMART-doel die je de vorige les hebt gemaakt

H3. Reflecteren

Na deze les weet je meer over: 

Zelfreflectie 

Reflectiemethoden

Reflecteren en innoveren

Zelfreflectie 

Reflecteren is terugkijken op wat er is gebeurt en vooruitkijken om te bedenken hoe je het de volgende keer anders kan doen. 

Zelfreflectie 

Je omschrijft de situatie -> wat, wie, waar, wanneer? 

Je onderzoekt je gedrag -> wat deed, zei en voelde je? 

Je achterhaalt je motieven of overtuigingen -> vanuit welke overtuiging heb je dit gedaan?

Je kijkt naar wie bent -> passen deze overtuigingen bij mijn identiteit?

Je verandert ongewenste overtuigingen -> vervang de negatieve overtuiging voor een andere overtuiging

Je vervangt ongewenst gedrag -> Aan de hand van je (nieuwe) overtuiging kun je nieuw gedrag bedenken

Reflectiemethode: PDCA-cyclus

Reflectiemethode: STARR-methode

.

Reflecteren en innoveren

Door veranderingen in je overtuigingen, krijg je andere percepties, waardoor een innovatie kan plaatsvinden. 

Door te reflecteren houd je bij wat er verandert, waardoor je steeds met nieuwe ideeën en oplossingen kunt komen (voor een probleem).  

Aan de slag!

Maken: 

Oefenvragen H3

Reflecteer op 2 situaties tijdens je stage, aan de hand van de STARR-methode

Tijdens stage gemaakt: 

Praktijkopdracht 3, opdracht 2, vraag 5 t/m 10. Reflecteren op je eigen handelen, adhv STARR methode.