BSM H 3.3 de elementen van de sport

De elementen van de sport

Per vraag heb je 20 seconde om een antwoord te kiezen.

Succes!

1 / 10
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

Items in this lesson

De elementen van de sport

Per vraag heb je 20 seconde om een antwoord te kiezen.

Succes!

Slide 1 - Slide

Welk rijtje is juist?
A
professionalisering, commercialisering, individualisering, sport & wetenschap, sport & media
B
professionalisering, commercialisering, sport & wetenschap, sport & media
C
professionalisering, commercialisering, individualisering, sport & wetenschap
D
professionalisering, individualisering, sport & wetenschap, sport & media

Slide 2 - Quiz

Welke omschrijving van professionalisering van de
sport hoort er NIET bij?
A
Meer kennis over motorisch leren en trainingsleer
B
Mensen hebben geld en meer vrije tijd om te sporten
C
Meer concurrentie tussen verenigingen, meer investeringen
D
alle 3 de antwoorden horen er wel bij

Slide 3 - Quiz

welk van de omschrijvingen is in het NADEEL
van de supporters, als je kijkt naar de commercialisering van de sport?
A
Sport is een bedrijfstak geworden
B
Het bedrijfsleven ontdekt sport om reclame te maken
C
Sporters kunnen steeds vaker beroepsmatig sporten
D
Opkomst van de commerciële fitnesscentra

Slide 4 - Quiz

Wie is de staatsecretaris van gezondheidzorg, welzijn en sport?
A
Sander Dekker
B
Edith Schippers
C
Maarten van Ooijen
D
Ernst Kuipers

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Om de bevolking te stimuleren kun je sport als middel gebruiken. Waarvoor wordt sport gebruikt?
A
Gezondheid
B
Integratie en agressie aanpakken
C
topsport stimulering
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Welk woord moet er ingevuld worden op de puntjes?
De inbreng van ..... zorgt voor een hoger niveau van bewegen en sport
A
de media
B
topsporters
C
de wetenschap
D
de welvaart

Slide 8 - Quiz

Welke uitspraak klopt NIET?
A
Media heeft invloed op de sport
B
Media is heel vaak objectief
C
Mensen worden beïnvloed door de media
D
Alle 3 de uitspraken kloppen wel!

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video