Havo 2 Ch. 1 C + D 13/9

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!

Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va parler ensemble
  • (On va apprendre nouvelle grammaire)
Le but de ce cours: Je kunt vertellen over je vakantie.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!

Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va parler ensemble
  • (On va apprendre nouvelle grammaire)
Le but de ce cours: Je kunt vertellen over je vakantie.

Slide 1 - Slide

À l'école, tu prends TOUJOURS avec toi: (écris dans ton cahier)

  • Ton livre (attention: livre A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Slide

Les règles de classe: 
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je wilt praten -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Slide

Les devoirs...
Répète Bron A, B, C (pages 50-52)

@Gijs: Schrijf Bron A + B helemaal uit en lever dit aan het begin van de les in.


Slide 4 - Slide

Les devoirs...
Répète Bron A, B, C (pages 50-52)

@Gijs: Schrijf Bron A + B helemaal uit en lever dit aan het begin van de les in.

SO ch. 1: Jeudi, le 26 septembre: Leer de bronnen A, B, C, D, E (pages 50-53) N-F en F-N + je aantekeningen van de grammatica.

Slide 5 - Slide

1. la rentrée
2. la soeur
3. le temps
4. il fait froid
5. en Belgique
6. Oui, c'était super
7. tu as été où?
8. Il a fait 28 degrés 
9. Il a fait beau?
  1. waardeloos
  2. in/naar Duitsland
  3. tijdens
  4. de zee
  5. uiteindelijk
  6. uitleggen
  7. met mijn ouders en mijn broer
  8. ik ben in Nice geweest
  9. Heb je een leuke vakantie gehad. 

Slide 6 - Slide

Naar een stad/land
In/naar een stad =>   à       bv. : J'ai été à Paris.

In/naar een land zijn er 3 opties:
  • en voor (vr) landen die eindigen op een 'e' bijv. J'ai été en France.
  • au voor (mann.) landen die NIET eindigen op 'e' of 's'. bijv. au Danemark.
  • aux voor landen in meervoud, die eindigen op een 's'. bijv. aux Pays-Bas.

Slide 7 - Slide

C: Phrases-Clés
Quoi: On fait ex. 13c,d, e ensemble

Quoi: fais ex.14, 15 (pages 30-31)
Comment: ensemble
Aide: Bron C (page 52)
Prêt: Overhoor elkaar bron C

Slide 8 - Slide

La grammaire

Écris dans ton livre:

J'ai été = le passé composé = de voltooid tegenwoordige tijd
Wat betekent het? En wat is dan : Jij bent geweest?

Maak nog een passé composé: 


Slide 9 - Slide

La grammaire

Quoi: On fait 16a, b, c ensemble 

Quoi: Fais ex. 16e, 17a, b, c
Comment: 
Aide: Bron D (page 53)
Prêt: Apprends Bron D  

Slide 10 - Slide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 11 - Slide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 12 - Drag question