Les 4 Puber / Peergroup

Ontwikkelingspsychologie
Les 4 / Periode 3 / Leerjaar 1 / Puber / Peergroup
1 / 28
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Les 4 / Periode 3 / Leerjaar 1 / Puber / Peergroup

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning komende periode
  • Les 5; Seksuele ontwikkeling puber:  
  • Les 6; Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling van de adolescent:
  • Les 7; Sociale, emotionele en seksuele ontwikkeling van de adolescent: 
  • Les 8; Herhaling toets
  • Toets; 4 of 6 april 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning

  • Terugblik vorige les (5 min)
  • Peergroup 15 (min)
  • Identiteit (15 min)
  • Opdracht (15 min)
  • Afsluiting (10 min)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
  • Je kan benoemen hoe de peergroup invloed heeft op de ontwikkeling van een puber.
  • Je kent de definitie van identiteit.
  • Je past de geboden theorie toe in de opdracht.


Slide 4 - Slide

Waarom belangrijk dit te weten in prktijk.
Terugblik vorige les

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend het woord: 'Geslachtsrijpheid'?
A
Je wordt voor het eerst ongesteld
B
Vanaf dat moment ben je in staat om je voort te planten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Door de toename van hormonen krijgt de puber last van stemmingswisselingen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Pubers kunnen veel van wat hun ouders doen stom vinden. Dit is een voorbeeld van:
A
Abstract denken
B
Kritisch denken
C
Egocentrisme
D
Zwart-wit denken

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Theorie vandaag
Peergroup en identiteit
Twee belangrijke invloedsferen; de ouders en de vriendengroep!


                                                 Wie rookt er?

Slide 9 - Slide

Wat vind je ervan dat alles rookvrij wordt?

Stelling?
Peergroup

Waar denken jullie aan bij het woord Peergroup?
Welke soorten groepen kennen jullie?
Welke groep behoorde jullie?

Slide 10 - Slide

Een peergroup is een groep mensen uit de samenleving, die een vergelijkbare leeftijd, status, belang of belangstelling hebben en gemeenschappelijke gedragscodes. Een peergroup wordt ook wel de 'vriendengroep' of 'vriendenkring' genoemd.
Peergroup 
  • Losmakingsproces: Puber wil zelfstandig zijn en verantwoordelijkheid dragen. Sneller conflicten met ouders. 
  • Peergroup: Groep leeftijdsgenoten met dezelfde leeftijd, interesses,  etc. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn functies van een
peergroup?
timer
1:00

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

4 functies van de peergroup
  1. De ruimte om te experimenteren met zijn gedrag. 
  2. Gelegenheid te oefenen met allerlei rollen.
  3. De kans zich te oriënteren op andere normen en waarden 
  4. De mogelijkheid zich te identificeren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Invloed Puber
Ouders op morele waarden, schoolkeuze en opvattingen over de maatschappij.

Leeftijdsgenoten invloed op gebied van mode, muziek en taalgebruik.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de nadelen van een Peergroup? Bekijk het volgende filmpje.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de nadelen van een peergroup?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Conformisme en groepsdruk

  • Wat is het ook alweer?
  • Pubers willen niet opvallen
     conformeren om geaccepteerd te worden 
  • Sommige pubers willen zich wel aanpassen,
     maar kunnen het niet
  • Conflict met zichzelf en ouders
  • Vaak het mikpunt van pesterijen,
    de groep wilt druk uitoefenen door de
     pesterijen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Denken jullie dat groepsdruk alleen bij pubers voorkomt?



Denk ook terug aan jullie vak Doelgroepen!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Identiteit / Emotionele ontwikkeling

Puber is op zoek naar eigen identiteit; Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Wat vind ik?

Hoe sterker vervlochten met een groep, hoe moeilijker om je eigen identiteit te vormen en te behouden.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Op zoek naar eigen identiteit 
  • Individuatieproces: 'Iemand ontwikkelt zijn persoonlijkheid.'  
  • Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik en wat vind ik?
  • Uiterlijk speelt een belangrijke rol (zelfbeeld)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe doet de puber dat?
  1. Hij neemt personen als voorbeeld, die zijn zoals hij ook wil zijn.
  2. Hij experimenteert met eigen onafhankelijkheid, zoekt grenzen op.
  3. Hij gaat opzoek naar zijn eigen normen en waarden.
  4. Puber wil spullen die status geven (zie filmpje)
  5. Puber is veel bezig met uiterlijk.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Opdracht
  1. Jullie krijgen per groep 2 a 3 studenten een puber 
  2. Deze mogen jullie zelf een eigen identiteit geven; Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Wat vind ik? Koppel dit terug aan de theorie van vandaag en afgelopen weken.
  3. Volgende week zullen wij jullie pubers klassikaal bespreken met elkaar.
  4. Neem jullie puber mee in jullie levensboek (foto toevoegen)
  5. Eerder klaar? Werk dan aan de volgende opdracht voor je levensboek. 

timer
15:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Groepsopdracht voor levensboek

De opdracht voor periode 3: 
Kies een klasgenoot uit en stel een interview op met 5 vragen waarin je gaat uitzoeken of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. - Verantwoord aan de hand van je interview of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: Opdracht met bal
Antwoord op vraag: 
  • Wat neem je mee naar volgende week Of Welk woord stond centraal voor jou tijdens deze les? 
  • Wat vond je van de les?

Slide 27 - Slide

Evalueren op product en proces. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions