Les 7 Public Relations ( les di)

PR
Public Relations
Toetsstof:
De Sociaal Werker 1
Hoofdstuk 11.1/11.2/11.3
Hoofdstuk 12.1 t/m 12.7
Hoofdstuk 19
(Vandaag HFD 12.1 t/m 12.3)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SociaalMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PR
Public Relations
Toetsstof:
De Sociaal Werker 1
Hoofdstuk 11.1/11.2/11.3
Hoofdstuk 12.1 t/m 12.7
Hoofdstuk 19
(Vandaag HFD 12.1 t/m 12.3)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kent het begrip Public Relations en de betekenis hiervan
Je kent interne en externe publieksgroepen
Je kent het verschil tussen anticiperende en defensieve PR

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat denk jij dat PR is?

Slide 4 - Mind map

Public Relations (PR)
Definitie: het stelselmatig bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen.
Bij pr gaat het om alle communicatie van en over de instelling, met het publiek, met instellingen, organisaties en overheid. Zonder pr zouden mensen niet eens weten dat de organisatie bestaat. En zonder publiek kan een organisatie haar werk niet doen. pr zorg je ervoor dat mensen de organisatie kennen.  Facebook of Twitter.

Slide 5 - Slide

Publieksgroepen
Lijkt op doelgroep, maar het is specifiek bedoeld voor de groepen waarop de organisatie zich richt. Interne publieksgroepen: mensen die al verbonden zijn aan de instelling, vrijwilligers en medewerkers in loondienst van diezelfde organisatie.
Externe publiekgroepen: groepen waarvoor de instelling bedoeld is zoals jongeren, ouderen en instellingen van de gemeente
PR moet ervoor zorgen dat publiek een positieve houding heeft tegenover de organisatie (aantrekkelijk vinden) Met pr probeer je ervoor te zorgen dat het publiek een positieve houding heeft tegenover de organisatie. aantrekkelijk vinden. Maar dan moeten ze wel iets weten over die organisatie.

Slide 6 - Slide

Imago en identiteit

Er kunnen dingen mis gaan in een organisatie zoals voorzitter van bestuur die subsidies in eigen zak steekt, op ermee gaat beleggen of ruzie binnen een organisatie.

Imago: beeld dat het publiek heeft van de instelling (liefst positief)
Identiteit: wat de instelling werkelijk is

Slide 7 - Slide

Waarom is het belangrijk dat imago en identiteit op elkaar zijn afgestemd?

Slide 8 - Open question

Anticiperende/defensieve PR
Anticiperende PR zijn activiteiten waarmee de organisatie het publiek probeert te winnen voor nieuwe activiteiten en mogelijke weerstand probeert te voorkomen.
Defensieve PR de organisatie probeert de instelling negatieve informatie over de instelling in goede banen te leiden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

PR staat voor:
A
Public Retailer
B
Personal Relations
C
Public Relations
D
Promotion Retail

Slide 12 - Quiz

1) Met welke onderwerpen heeft Public Relations iets te maken? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. Sleep de goede antwoorden naar het vak.
Goede antwoorden
met het verbeteren van de aangeboden diensten 
met het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het personeel  
met het vergroten van de naamsbekendheid 
met het onderhouden van goede contacten tussen organisatie en omgeving

Slide 13 - Drag question

Public Relations is altijd gericht op de eigen organisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak over PR is NIET juist?
A
Public Relations gebeurt stelselmatig.
B
Bij Public Relations gaat het om het bevorderen van de naamsbekendheid.
C
Als sportleider heb je bij het organiseren van sportieve evenementen niet te maken met Public Relations.
D
Het hoofddoel van Public Relations is het halen van een betere omzet voor het bedrijf.

Slide 15 - Quiz

Opdracht
Zoek op internet naar (on) bekende PR campagnes.
Kun je voorbeelden geven?

We werken met "De Sociaal Werker 1": bekijk dit boek en maak een samenvatting van hoofdstuk 11.1/11.2/11.3 en hoofdstuk 12 Public Relations 12.1/12.2/12.3 (na afloop korte presentaties)
Ter voorbereiding alvast voor de toets.

Slide 16 - Slide

PR MIDDELEN
Een instelling die informatie over een nieuwe activiteit, een verbouwing of een verhuizing aan het publiek wil laten weten, kiest daarvoor een middel: sociale media, flash mob, website
blog of vlog, nieuwsbrieven, e-mail, sms, WhatsApp, folders en flyers, raamadvertenties, brochures
huis-aan-huisbladen, regionale en landelijke kranten, persconferenties en interviews.

Slide 17 - Slide

Model voor een spreekschema
De inleiding bevat:

pakkende verrassende opening
de kern of hoofdgedachte van de toespraak in één of twee zinnen
doel: waarom je dit verhaal vertelt, wat je van je publiek verwacht en welk belang het publiek heeft om naar je te luisteren
aankondiging van de hoofdpunten die je gaat behandelen.
Het middenstuk bevat:
een uitwerking van de hoofdpunten in een logische volgorde, zo nodig onderverdeeld in subonderwerpen.
Het slot /afronding moet bevatten:
samenvatting van de hoofdpunten
herhaling van het doel of eventueel het appel dat je op je publiek doet
afronding: treffende slotzin.


Slide 18 - Slide

Model voor een spreekschema
De inleiding bevat:

pakkende verrassende opening
de kern of hoofdgedachte van de toespraak in één of twee zinnen
doel: waarom je dit verhaal vertelt, wat je van je publiek verwacht en welk belang het publiek heeft om naar je te luisteren
aankondiging van de hoofdpunten die je gaat behandelen.
Het middenstuk bevat:
een uitwerking van de hoofdpunten in een logische volgorde, zo nodig onderverdeeld in subonderwerpen.
Het slot /afronding moet bevatten:
samenvatting van de hoofdpunten
herhaling van het doel of eventueel het appel dat je op je publiek doet
afronding: treffende slotzin.


Slide 19 - Slide