3.4 + 3.5 Alles wat leeft van groot naar klein

les 4 Alles wat leeft van groot naar klein

Leerdoelen:
Je kent de biologische tekenregels en kunt deze toepassen
Je weet welke vormen van symmetrie er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je weet welke typen skeletten er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je kent enkele feitjes over schimmels en bacteriën.

1 / 41
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

les 4 Alles wat leeft van groot naar klein

Leerdoelen:
Je kent de biologische tekenregels en kunt deze toepassen
Je weet welke vormen van symmetrie er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je weet welke typen skeletten er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je kent enkele feitjes over schimmels en bacteriën.

Slide 1 - Slide

Hoe plant de schimmel zich voort?
Hoe ziet de schimmel er uit onder de microscoop?

Slide 2 - Open question

Wat is een typisch kenmerk van een roofdier? Leg uit waarom dit kenmerk belangrijk is voor een roofdier.

Slide 3 - Open question

Welke klasse worden genoemd binnen de gewervelden? Noem per klasse een voorbeeld.

Slide 4 - Open question

Er zit een systeem in!

Biologen ordenen de organismen op aarde. Alle organismen zijn verdeeld in rijken. Twee belangrijke groepen zijn het dierenrijk en het plantenrijk. Voor de verdere indeling hebben biologen een vaste structuur aangebracht. Hieronder volgt een filmpje die je meeneemt in het systeem dat bedacht is om organisme van elkaar te kunnen onderscheiden. Lees eerst de kijkersvragen onder het fragment.
 Tip: De vragen worden in chronologische volgorde gesteld dus open het filmpje en ga tegelijkertijd verder met de vragen!

Slide 5 - Slide

Wetenschappelijke benaming soorten
Bij de familie van de katachtigen horen allerlei verschillende soorten. De katachtigen worden dan eerst nog verdeeld in geslachten en daarna pas in de specifieke soort. In de vakliteratuur hebben soorten een wetenschappelijke naam, bestaande uit twee delen: geslachtsnaam en een soortnaam. Deze worden in het Latijns genoteerd.

Slide 6 - Slide

Noem de wetenschappelijke namen voor de tijger, de leeuw en de luipaard.

Slide 7 - Open question

Je gaat nu de tijger indelen zoals hij wetenschappelijk geordend is. Vul de juiste groepsnaam in.
a. Rijk..........................
b. Stam/ Afdeling............................
c. Klasse....................
d. Orde.......................
e. Familie...................
f. Geslacht ...Felis.........
g. Soort.....Tigris. oftewel...............


Dieren
Planten
Bacteriën
Schimmels
Gewervelden
Geleedpotigen
Zoogdieren
Reptielen
 Amfibieën
Roofdieren
Katachtigen
Katten
Tijger

Slide 8 - Drag question

Is het aantal families groter of kleiner dan het aantal orden?
Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open question

De gewervelden worden verdeeld in.....

Slide 10 - Open question

Hier zie je een vertakkingsschema van primaten (apen en halfapen)
Hoe noem je de groep gibbons?
A
klasse
B
geslacht
C
orde
D
familie

Slide 11 - Quiz

Inleveren

Slide 12 - Slide

Wat voor symmetrie heeft een zeester?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
D
eenzijdig symmetrisch

Slide 13 - Quiz

De symmetrie van dit dier is?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet symmetrisch

Slide 14 - Quiz

Deze opdracht hoort bij 'Het dierenrijk'

In voorgaande uitleg staan 7 stammen weergegeven (de sponzen, neteldieren, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen, gewervelden en wormen). Deze 7 stammen ga je zoveel mogelijk uitwerken.

Zoek op het internet naar afbeeldingen van iedere stam. Er verschijnen afbeeldingen van verschillende organismen. Schrijf de naam van het organisme op in onderstaande tabel bij de juiste stam.
Zoek voor iedere stam op of de organismen die erin verdeeld zijn tweezijdig symmetrisch, veelzijdig symmetrisch of niet – symmetrisch zijn. Bekijk ook de afbeelding goed die je hebt opgezocht om te zien of dit klopt/je dit herkent.
Zoek voor iedere stam wat voor soort skelet (inwendig, uitwendig of geen) de organismen hebben.

Slide 15 - Slide

Het dierenrijk is onderverdeeld in acht stammen. Tot welke stam een dier hoort, kun je zien door te kijken hoe het zit met de symmetrie en met het skelet. Je ziet een hond. Een hond is tweezijdig symmetrisch en heeft een inwendig skelet. Tot welke stam behoort een hond?
A
Geleedpotigen
B
Gewervelden
C
Stekelhuidigen
D
Holtedieren

Slide 16 - Quiz

De stam gewervelden is onderverdeeld in vijf klassen. Wat is geen klasse van de gewervelden?
A
Reptielen
B
Zoogdieren
C
Slakken
D
Vissen

Slide 17 - Quiz

Het dierenrijk is onderverdeeld in acht stammen. Eén van de stammen is de gewervelden.
Deze stam is onderverdeeld in vijf klassen. Bij welke klasse horen de volgende kenmerken?

constante lichaamstemperatuur, haren, geven hun jongen melk, longen
A
Reptielen
B
Amfibieen
C
Vogels
D
Zoogdieren

Slide 18 - Quiz

Het dierenrijk is onderverdeeld in acht stammen.
Eén van de stammen is de gewervelden. Deze stam is onderverdeeld in vijf klassen. Bij welke klasse horen de volgende kenmerken?

lichaamstemperatuur hetzelfde als de omgeving, leerachtige huid, longen
A
Reptielen
B
Amfibieen
C
Vogels
D
Zoogdieren

Slide 19 - Quiz

Welke van de drie diergroepen hieronder hebben een inwendig skelet?
A
zoogdieren, vissen, vogels
B
zeesterren, wormen, holtedieren
C
spinnen, insecten, weekdieren
D
kwallen, weekdieren, sponzen

Slide 20 - Quiz

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet met gewrichten?
A
Mossel
B
Wormen
C
insecten
D
Katten

Slide 21 - Quiz

Waar of niet waar?
Bij dieren met een uitwendig skelet liggen de spieren aan de binnenkant van het skelet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet zonder gewrichten?
A
Mossel
B
Wormen
C
insecten
D
Katten

Slide 23 - Quiz

Extra lesmateriaal

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Regenwormen
Een regenworm heeft een stevig lichaam doordat hij zichzelf oppompt met water. Een regenworm beweegt door afwisselend lengtespieren en kringspieren samen te trekken. Eerst maakt hij zichzelf lang door zijn kringspieren samen te trekken. Dan trekt hij zijn lengtespieren samen en wordt zijn lichaam weer korter. Borstels zorgen ervoor dat hij niet naar achteren wegglijdt. Zo trekken ze hun lijf naar voren.

Slide 26 - Slide

Dieren met een uitwendig skelet
Veel dieren hebben een uitwendig skelet. Het skelet dient voor bescherming en stevigheid.
Onderdelen in het skelet kunnen ten opzichte van elkaar bewegen door de beweegbare plaatsen in het skelet.
 

Slide 27 - Slide

Mosselen

Bij schelpdieren als een mossel zitten de spieren vast aan de schelp. Een schelpdier kan zich zelfs ingraven door zijn sluitspieren snel te sluiten!
Wil je zien hoe een mossel open en dicht beweegt? Kijk dan dit filmpje: 

Slide 28 - Slide

Insecten
De dieren van de stam geleedpotigen hebben een uitwendig skelet. De stam geleedpotigen bestaat onder andere uit de klasse 'Insecten'.

Het uitwendige skelet van insecten lijkt een beetje op een harnas van ridders.
Een insect beweegt door samentrekking van spieren, die aan het skelet vastzitten.
Net als het ridderharnas heeft het skelet scharnierpunten, waardoor het insect kan bewegen.
De scharnierpunten heten gewrichten.

Slide 29 - Slide

Het rijk van de schimmels
Een rijk wordt verder ingedeeld in stammen.

Één stam in het rijk van de schimmels zijn de gisten. Gisten zijn voorbeelden van eencellige schimmels. Gisten delen zich door middel van deling. Bij het delen ontstaat er een knop. Uit deze knop groeit een nieuwe gistcel.
Er bestaan ook stammen van meercellige schimmels. Meercellige schimmels bestaan uit lange, dunne draden: de schimmeldraden. Meercellige schimmels planten zich meestal voort door middel van sporen. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. Bij veel soorten schimmels ontstaan de sporen aan het uiteinde van de schimmeldraden die omhoog groeien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de penseelschimmel. Uit deze schimmelsoort wordt het antibioticum penicilline gemaakt. Bij andere schimmelsoorten ontstaan de sporen in speciale organen, de paddenstoelen. Paddenstoelen hebben een functie bij de voortplanting van de schimmels.
Wist je dat bomen in het bos kunnen communiceren met elkaar via de schimmeldraden in de bodem? Een bizarre vondst van enkele mycologen (schimmel wetenschappers). Onder deze tekst staat een blokje 'extra lesmateriaal'. Hierin staat een link naar een website over de verborgen krachten van schimmels. Het belang van de schimmel voor de natuur is namelijk van onschatbare waarde. 


Slide 30 - Slide

Opdracht
Zoek uit hoe champignons zich voortplanten. Je mag hiervoor het internet gebruiken. Vul je bevindingen in.
    

Zoek vervolgens een microscopische foto van een schimmel met de zoekterm: schimmel microscoop.
Kies een afbeelding uit en beschrijf wat je ziet.   

Slide 31 - Slide

Welke soort schimmel heb je nog meer naast een meercellige schimmel? Hoe planten zij zich voort?

Slide 32 - Open question

Geïnteresseerd in schimmels?
https://fantasticfungi.com/

Staat een interessante film op prime video

Slide 33 - Slide

Het rijk van de bacteriën
Het rijk van de bacteriën is een bijzonder rijk, omdat in tegenstelling tot de andere rijken, bacteriën geen celkern hebben. Wat bacteriën nog meer bijzonder maakt is dat zij de eerste levende organisme waren op onze planeet. Bacteriën zitten overal, maar je ziet ze niet (gelukkig maar).
Bacteriën zijn zeer klein, eencellig en alleen te zien met zeer goede microscopen. Ze zijn meestal nuttig zoals de bacteriën die in onze darmen leven en ons helpen met het verteren van ons voedsel. Of op onze huid, waar bacteriën ons helpen om de slechte bacteriën juist buiten te houden. Maar er zijn ook bacteriën die ons juist heel ziek kunnen maken. Laat dit nu ook precies de bacteriën zijn die de meeste mensen onthouden. 

Slide 34 - Slide

Opdracht
Je gaat een poster maken met informatie over bacteriën.
Op de poster komt een omschrijving te staan wat bacteriën zijn, een aantal voorbeelden van nuttige bacteriën en een aantal ziektes die door bacteriën veroorzaakt worden. Dit laatste moet goed uitgewerkt worden.
Als je jullie poster leest moet je de volgende vragen kunnen maken. Je verzint zelf nog twee vragen die je ook op de poster zet.
1. Hebben bacteriën celwanden? En celkernen? En bladgroenkorrels?
2. Hoe planten bacteriën zich voort?
3. Op welke manier zijn bepaalde soorten bacteriën nuttig voor mensen?
4. Op welke twee manieren zijn bacteriën schadelijk voor mensen?
5. ……....
6. ……….

Slide 35 - Slide

Inleveren
Belangrijke punten voor een poster:

Aantrekkelijk
Niet te veel tekst
Leuke en passende plaatjes
Kleurgebruik
Goed leesbaar (lettertype en grootte)
Netjes en ordelijk
Maak een foto van je poster en upload deze hieronder. 

Slide 36 - Slide

Blz 30 
Vragen over het filmpje: Hoe alles leeft geordend wordt.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Begrippenlijst maken

Slide 39 - Slide

Waar horen deze bij?

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide