This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Politiek
Slide 1 - Mind map
Waar wil je meer geld aan uitgeven als je in de overheid zat
betere scholen
meer politie
openbaar vervoer
geld voor arme landen
ziekenhuizewn
laadplekken electrisch auto's
autowegen
hangplekken jongeren
opvang vluchtelingen
meer voedselbanken
Slide 2 - Poll
4.2 Wat valt er te kiezen?
@MixedSignalSociety
Slide 3 - Slide
Welke partijen ken je?
Slide 4 - Mind map
Als ik 18 ben, dan ga ik stemmen!
Ja, zeker weten!
Waarschijnlijk niet.
Ik weet het nog niet...
Slide 5 - Poll
Begrippen:
Vrije verkiezingen
Geheime verkiezingen
Links / midden / rechts
Passieve overheid
Actieve overheid
Compromissen
Slide 6 - Slide
Vrije verkiezingen:
Je mag stemmen op wie je wilt
Geheime verkiezingen:
Niemand weet op wie jij gestemd hebt
Slide 7 - Slide
Links - Midden - Rechts
2
Slide 8 - Slide
Links - midden - rechts
Links
Rechts
Staat voor
Gelijkheid
Vrijheid, veiligheid
Rol overheid
Groot
Klein, behalve bij veiligheid (politie, straffen)
Extra aandacht
Minderheden
Veiligheid
Middenpartijen hebben een combinatie van linkse en rechtse ideeën.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Mensen die meer verdienen moeten meer belasting betalen.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 11 - Quiz
Vlees moet duurder worden, zodat mensen minder vlees eten.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 12 - Quiz
De straffen in Nederland moeten omhoog.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 13 - Quiz
De belasting voor bedrijven moet laag zijn, zodat bedrijven niet uit Nederland vertrekken.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 14 - Quiz
Na de verkiezingen:
In Nederland krijgt nooit een van de partijen de helft van alle stemmen.
Zij zullen daarom moeten samenwerken. Zij moeten dan compromissen sluiten.
Afspraken waarbij beide partijen een beetje toegeven.
Slide 15 - Slide
Bedenk zelf een compromis tussen jou en je ouders:
Slide 16 - Open question
Opdracht
Gebruik blz. 62 &63 van je tekstboek en zoek op internet. Zoek van iedere partij op waar zij voor staan (wat vinden zij belangrijk) en bepaal of deze partij links, midden of rechts is. Noteer minimaal 1 standpunt van de partij.