What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling 2HV
doel van de les
Herhaling toepasssen:
er- werkwoorden
het bijvoeglijk naamwoord
een vraag stellen in het Frans
de Franse ontkenning
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
doel van de les
Herhaling toepasssen:
er- werkwoorden
het bijvoeglijk naamwoord
een vraag stellen in het Frans
de Franse ontkenning
Slide 1 - Slide
Noem één Franse er-werkwoord
Slide 2 - Open question
de uitgangen van de er-ww
kies de juiste uitgang
A
je rencontres
B
je rencontre
Slide 3 - Quiz
Kies de juiste uitgang
A
ils parle
B
ils parlent
Slide 4 - Quiz
vul de juiste uitgang
A
nous habitons
B
nous habitez
Slide 5 - Quiz
Regelmatige werkwoorden
op ER.
Sleep de juiste uitgang naar het persoonlijk voornaamwoord waar het bij hoort.
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT
Slide 6 - Drag question
Noem één bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Open question
de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?
A
la petite soeur
B
le petit frère
C
le grande frère
D
la grande soeur
Slide 8 - Quiz
de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?
A
la nouvelle auto
B
le nouveau tracteur
C
la fille amoureux
D
le vieux sac à dos
Slide 9 - Quiz
de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?
A
la fille est blond
B
mon frère est gentil
C
les élèves sont drôles
D
la prof est sympa
Slide 10 - Quiz
schrijf een bijv. naamwoord om iemand te beschrijven
[mannelijke vorm]
Slide 11 - Open question
schrijf een bijv. naamwoord om iemand te beschrijven
[vrouwelijke vorm]
Slide 12 - Open question
Hoe beschrijf jij deze leraren ? Combine les adjectifs et les photos.
gentil/le
sympa
sévère
nerveux
drôle
vieux
beau/belle
mignon/ne
sportif/ve
jeune
Slide 13 - Drag question
stel een korte vraag in het Frans
Slide 14 - Open question
de Franse vraag zonder vraagwoord
wat is NIET correct ?
A
Tu fais du sport ?
B
Du sport tu fais ?
C
Fais-tu du sport ?
D
Est-ce que tu fais du sport ?
Slide 15 - Quiz
de Franse vraag MET vraagwoord
wat is NIET correct ?
A
Tu habites où ?
B
Où tu habites ?
C
Est-ce que où tu habites ?
D
Où est-ce que tu habites ?
Slide 16 - Quiz
Combineer
waarom
wanneer
waar
hoe
wie
hoeveel
qu'est-ce que
qui
combien
quand
où
wat
pourquoi
comment
Slide 17 - Drag question
de ontkenning
Welke Franse ontkenningen ken jij ?
schrijf er twee ervan
Slide 18 - Open question
Schrijf een zin met een ontkenning
denk aan de plaats van de ontkenning
Slide 19 - Open question
Hoe ontken jij ?
Schrijf in je schrift !
Je suis malade ! [ nooit]
Je vais au collège [ nog niet]
Je mange [ niets]
J'ai de la fièvre [ niet meer]
Slide 20 - Slide
FIN
Jullie gaan nu starten met het huiswerk voor de volgende les:
- Leren H5
- Proeftoets H5
Slide 21 - Slide
More lessons like this
3H Grammaire chapitre 1 GL
September 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H Chapitre 1 bn
September 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
M1: Unité 4: voorbereiding toets
March 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proefles Alle of allen, 2F
April 2018
- Lesson with
19 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
SCORE Nederlands vo/mbo
Proefles Alle of allen, 2F
July 2018
- Lesson with
19 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
SCORE Nederlands vo/mbo
Hoe gebruik je de gerund in oefeningen?
March 2023
- Lesson with
13 slides
B1c-lundi 21 février 2022
February 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3H Chapitre 1 b.n. herhaling
October 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3