Pak de lijst van de woorden van bloc A voor je.
Beluister de woorden en zeg ze na. (=écouter)
Kijk naar de spelling en de vertaling. Zijn er bijzonderheden?
Iedereen krijgt een stapel lege kaartjes. Schrijf aan de ene kant de Nederlandse vertaling op en aan de andere kant de Frans vertaling.
Oefen eerst van het Frans naar het Nederlands. Ken je het? Oefen dan van het Nederlands naar het Frans. Pak hiervoor een leeg blaadje en schrijf de woorden in het Frans op.