Herhaling Defining / Non- defining relative clauses

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling unit 3B + 3D 

Defining relative clauses >>>

Beperkende betrekkelijke bijzinnen

Non-defining relative clauses >>>

Niet beperkende betrekkelijke bijzinnen

Relative pronouns

1. That is the man whose job is to test waterslides

2. It is a job which  almost every young person would love

3. He tests holiday resorts which have waterslides

4. He reports to the travel company where he works

5. There are a lot of people who would like to do this job 

Relative pronouns

- which - things and animals >>> dingen en dieren

- who-people >>> mensen

- where-places >>> plaatsen

- whose-possession >>> bezit van mensen, dieren, dingen

- that - things and animals >>> dingen en dieren

Defining relative clauses

Beperkende betrekkelijke bijzinnen komen direct na een zelfstandig naamwoord en geven onmisbare informatie over dat zelfstandig naamwoord. 

Voorbeeld:

- He is the doctor.

- Which doctor?

- He is the doctor who saved my mum (bep. betr. bijzin!)

Plaats van de defining relative clauses

- Ze staan in het midden of aan het einde van een zin.

Voorbeeld:

- The man who told me about this plane was old.

- I met the young woman who cuts your hair.

Let op: je gebruikt geen komma's!

That is the girl ............ broke her arm.

1. which
2. who
3. where

He works at a factory ........... chocolate is made.

1. that
2. whose
3. where

Do you know people ............. families live abroad?

1. whose
2. who
3. when

Non- defining relative clauses

* We gebruiken een niet-beperkende betrekkelijke bijzin (Engels"non-defining relative clause) om extra, niet belangrijke informatie over de eerste helft van de zin te geven. 

* Als je deze bijzin weglaat verandert de betekenis van de zin niet. 

* Je hoort er komma's bij te gebruiken.

* Belangrijk om te weten is dat je bij deze niet-beperkende betrekkelijke bijzinnen who, which, whose, where, when mag gebruiken, maar nooit that!

 Non-defining relative clauses

Voorbeeld:

1. This man, who is 90 years old, is my best friend >> je kunt "who is 90 years old" gewoon weglaten. Dus:

- This man is my best friend.

Let op:  - je mag "who" niet door "that" vervangen, wanneer je komma's moet gebruiken (voor de extra info!)

- deze bijzin staat altijd in het midden van de zin

Eric, ..............is sitting in front of me, is very handsome

1. which
2. whose
3. who

This book, ............ is lying on my desk, is mine.

1. that
2. which
3. whose

This boy, ........... sister is my friend, lives in Hasselt.

1. whose
2. who
3. where

Alles op een rijtje

Je gaat kijken naar een korte uitlegvideo die alles nogmaals herhaalt.