Tag questions V2E

Regels
1. Telefoons in de tas.
2. Stil zijn tijdens de uitleg.
3. Vinger opsteken als je een vraag hebt.
4. Stil zijn als een klasgenoot een antwoord geeft. Dus: naar elkaar luisteren. 
4. Altijd een laag volume in de klas, dus niet schreeuwen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Regels
1. Telefoons in de tas.
2. Stil zijn tijdens de uitleg.
3. Vinger opsteken als je een vraag hebt.
4. Stil zijn als een klasgenoot een antwoord geeft. Dus: naar elkaar luisteren. 
4. Altijd een laag volume in de klas, dus niet schreeuwen.

Slide 1 - Slide

Today's planning!
1.    Wat gaan we doen?
Eerst uitleg van de tag questions (aanplakvragen) en daarna oefenen. Er liggen twee blaadjes op je tafel. Daarna zelf aan de slag met vraag 1 tm 8 van 3.5. Als je 3.4 nog niet af hebt dan maak je die vragen eerst af.
2.    Hoe?
Klassikaal, opdracht op het blaadje met een pen en daarna zelfstandig aan het werk op je chromebook.
3.    Hoeveel tijd?
40 minuten.
4.    Hulp nodig?
Vinger opsteken bij een vraag.
5.    Uitkomst? Wat doen we ermee?
Nadat jullie de blaadjes hebben ingevuld checken we samen de antwoorden en kijken  jullie hoe je het hebt gedaan. Als je een vraag goed hebt dan zet je een krulletje erdoorheen. Na de les lever je de blaadjes bij mij in.
6.    Klaar?
Als je klaar bent met 1 tm 8 van 3.5 kun je vraag 9 tm 13 maken.

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:

Weet ik wat tag questions zijn en hoe ik ze kan maken

Slide 3 - Slide

Tag questions (aanplakvragen)
Bevestigende zin (+) wordt altijd ontkennend (-) bij een tag question

 You are (+) smart, aren't (-) you?                            
She isn't small, is she?                  
James doesn't like cars, does he?
We have got a dog, haven't we?
The boys play tennis, don't they?      
I am wrong, aren't I?          
                  
          




Slide 4 - Slide

Waar moet je op letten?
  • Je gebruikt in de tag hetzelfde persoonlijk voornaamwoord als in de zin, of het voornaamwoord dat hoort bij de naam of het woord in de zin (bijv: I/he/she/it/we).
Erica doesn't like plains, does she?

  • Als het woord 'not' in de zin staat dan wordt de tag een bevestigende (+) zin.
You are not in the mood for tennis, are you?

  • Als in de zin een hulpwerkwoord staat (to be/to do/to have) dan gebruik je dat in de tag.
You are funny, aren't you?

  • Als er geen hulpwerkwoord in de zin staat dan gebruik je een vorm van 'to do' (don't/does/doesn't etc)
The boys play fitness together, don't they?

Slide 5 - Slide

Voorbeeld zinnen
You and I don’t have a lot of free time, do we?
I am not doing okay, am I?
Beyonce isn’t performing at your party, is she?
You are funny, aren't you?

That cat runs fast, doesn't it?
Your parents drive a blue car, don't they?







Slide 6 - Slide

Oefenopdrachten maken
Zet je naam en datum op de blaadjes.

Maak eerst het blaadje met de matching vragen, dus 1 = c ,2 = F etc.

Als je die af hebt dan begin je aan het volgende blaadje.

Je krijgt er 15 minuten de tijd voor.

Als je klaar bent met beide blaadjes begin je aan opdracht 1 tm 8 van 3.5.

Aan het einde van de opdracht zet ik de antwoorden op het bord en dan kun je je blaadjes nakijken. Zet een krulletje als het goed is. Daarna lever je de blaadjes bij mij in.




Slide 7 - Slide

1. d
2. F
3. C
4. A
5. E
6. B
7. H
8. G
1. F
2. B
3. E
4. G
5. B
6. C
7. D
8. A

Slide 8 - Slide

1. Isn't he?
2. can't she?
3. aren't they?
4. isn't it?
5. are they?
6. haven't they?
7. have you?
8. do you?
9. are they?
10. isn't he?
11. is she?
12. are we?
13. aren't you?
14. does he?
15. have they?
16. isn't it?
17. is it?
18. aren't you?
19. aren't I?
20. aren't you?

Slide 9 - Slide

Pak nu je chromebooks, daar krijg je twee minuten de tijd voor.
timer
2:00

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 1 tm 8 van 3.5.

Als je de opdrachten van 3.4 nog niet af hebt dan maak je die eerst af.

Slide 11 - Slide

Is het lesdoel behaald?
Aan het einde van de les:

Weet ik wat tag questions zijn en hoe ik ze kan maken

Slide 12 - Slide

Weektaak 
Voor volgende week vrijdag 8 april:

  • Opdracht 1 tm 8 van 3.5. 


Slide 13 - Slide

Einde van de les
1. Spullen opruimen
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat
3. Stoel aanschuiven
4. Telefoons pakken
5. Bye, see you next lesson!

Slide 14 - Slide