De Romeinen

De Romeinen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Romeinen

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het Romeinse Rijk zich ontwikkelde van stadstaat tot enorm wereldrijk, en hoe dit rijk door de eeuwen heen werd bestuurd.

Slide 2 - Slide

Begrippen
  • Alleenheerschappij
  • Consuls
  • Continue
  • Lage landen
  • Legenden
  • Republiek
  • Senaat
  • Wereldrijk

Slide 3 - Slide

HET ROMEINSE RIJK
  • Hoe groeide Rome uit van kleine stadstaat tot wereldrijk?
  • Leuk verhaal is natuurlijk mythe van Romulus en Remus die door wolvin werden gevoed, later dodelijke ruzie kregen en het plaatsje naar Romulus vernoemd werd: Rome;
  • We weten in ieder geval zeker dat Rome op een aantrekkelijke plek dicht bij de rivier de Tiber werd gesticht (753 v.Chr.). Naast het water, waren er ook handelswegen in de buurt en was er zout te vinden.

Slide 4 - Slide

Mythe van Romulus en Remus

Slide 5 - Slide

Ontwikkeling oudste Rome 
  • Van een klein plaatsje begon Rome langzaamaan te groeien. Dat heeft te maken met de invloed van 2 belangrijke volken die in de buurt woonden;
  • In de buurt leefden Griekse kolonisten. Die hadden een rijk ontwikkelde cultuur (gebruikten b.v. munten, konden schrijven, indrukwekkende Godenwereld). Hierdoor ontwikkelde de handel zich nog meer.
  • Daarnaast waren er de Etrusken. Zij hadden koningen en gingen in Rome wonen en werken. Zij bouwden het politieke centrum van Rome: het Forum.
  • Het belangrijkste middel van bestaan bleef de landbouw (vooral veeteelt)!

Slide 6 - Slide

Forum Romanum

Slide 7 - Slide

Rome wereldmacht?
  • Nog niet! Ze werden in de 4e en de 3e eeuw v.Chr. wel steeds sterker en groter maar kregen toen ook te maken met een grote concurrent;
  • Carthago (Noord-Afrikaanse stadstaat). Zeker o.l.v. gevreesde Carthaagse/Punische generaal Hannibal! Werd uiteindelijk met pijn en moeite verslagen…..

Slide 8 - Slide

Na verslaan Carthago, verdere groei Imperium Romanum
(de Romeinen gaan een groot deel van het gebied rond de Middellandse Zeegebied beheersen)

Slide 9 - Slide

Julius Caesar
Het Romeinse leger bestaat lange tijd vooral uit boeren, maar die waren door het vechten vaak te lang van huis; De Romeinen stappen over op een beroepsleger: Romeinse burgers zijn dan ‘full time’ soldaat. De kwaliteit van het leger neemt daardoor toe. Maar ook komen er hele goede legeraanvoerders zoals Julius Caesar. Hij laat zijn soldaten ook mee delen in de buit van veroverde gebieden en daardoor wordt hij heel populair bij zijn soldaten en het volk (b.v. Frankrijk wordt door hem veroverd).

Slide 10 - Slide

KONINGSTIJD,REPUBLIEK,KEIZERTIJD
  • Eerst hadden de Romeinen koningen (Monarchie), maar werden alleenheersers. Later kozen de Romeinen 2 personen (Consuls, voor 1 jaar) die met hulp van de Senaat moesten besturen (Republiek);
  • Toch werkte de Republiek ook niet zo eerlijk: bepaalde families van adel hadden veel te zeggen (Patriciërs). De gewone Romeinen (Plebejers) hadden weinig te zeggen. Mochten uiteindelijk wel wat meer meepraten via de Volksvergadering (was er naast de Senaat waar die Patriciërs vooral in zaten) en ze hadden 10 Volkstribunen. Uiteindelijk komt er weer behoefte aan 1 sterke man na een aantal burgeroorlogen (Keizertijd)!

Slide 11 - Slide

EERSTE KEIZER: AUGUSTUS

Slide 12 - Slide

OCTAVIANUS WORDT AUGUSTUS
  • De geadopteerde zoon van Caesar vecht met 2 andere generaals om de macht, na de moord op zijn pleegvader. Na jaren wint deze Octavianus en gaat zich ‘de verhevene’ (=Augustus) noemen;
  • Na het straffen van de moordenaars van Caesar, pakt hij het slim aan!

Slide 13 - Slide

  • Hoe dan? Wil niet te machtig overkomen (maar is het wel), laat b.v. de Senaat bestaan en blijft ook luisteren naar het gewone volk;
  • Brengt ook rust. Goed voor de handel. Leger en vloot heel sterk;
Rijkdom en macht van het Romeinse rijk neemt toe (rond het jaar 0).

Slide 14 - Slide

Na Augustus
  • Na Augustus volgen allerlei keizers met wisselend succes. Naast hele goede ook verschrikkelijk slechte: b.v. eentje laat zijn moeder vermoorden, benoemt zijn paard in een hoge functie;
  • Ondertussen is het Romeinse rijk op zijn grootst (b.v. deel Engeland en deel van Nederland). Rond 100 na Christus.

Slide 15 - Slide

Veroveren en bouwen
  • De Romeinen hebben een Grieks-Romeinse cultuur (ook wel klassieke cultuur genoemd!). Denk b.v. aan schrijven, taal, verhalen, gebruik steen bij (water)wegen en gebouwen, gebruik glas, riolering, badhuizen, eten/drinken en kleden;
  • Mensen in door de Romeinen veroverd gebied nemen deze cultuur vaak over. Dat noemen we Romanisering;
Er gaan in het Romeinse rijk allerlei steden ontstaan. Van daaruit worden gebieden bestuurd. Die steden krijgen een forum: het religieuze, politieke en economische centrum van de stad. Er werd ook rechtgesproken. Er was ook vermaak in de stad. Boeren van het platteland kwamen in de stad hun spullen verkopen. Sommige mensen werden zelfs erg rijk.

Slide 16 - Slide

Overnemen Romeinse 
cultuur: romanisering

Slide 17 - Slide

Keerzijde Romeinse succes
  • Na verloop van tijd werd het besturen van het enorme rijk steeds lastiger. B.v. moest het bestuur en het leger worden betaald door belastinggeld en dat goed regelen en ophalen viel niet mee!
  • Verder waren er ruzies tussen allerlei generaals van het leger (en hun families) die b.v keizer wilden worden. Dat is natuurlijk heel chaotisch;
  • En allerlei volkeren (b.v. Germaanse stammen) die in en buiten het Romeinse rijk woonden wilden meer macht en rijkdommen;
  • Dit kregen de Romeinen maar moeilijk onder controle!

Slide 18 - Slide

Oplossing?
  • In ieder geval gaat keizer Diocletianus proberen meer controle te krijgen over het enorme rijk: hij gaat het onderverdelen in het West-Romeinse rijk en het Oost-Romeinse rijk. En deze ook onderverdelen in 2 stukken. Dus in totaal 2 keizers en 2 onderkeizers;
  • Maar de lange Romeinse grenzen (limes: systeem van grensbewaking d.m.v. wachttorens, legerkampen en natuurlijke grenzen b.v. rivieren) waren bijna niet te verdedigen;
  • Ze probeerden het nog door inzet van ruiterij en het bouwen van forten (voorlopers kastelen). Rond 3e en 4e eeuw na Christus was dit. B.v. Maastricht;
  • Inzet bondgenoten: Germaanse stammen (b.v. de Franken) gebruiken om voor voordeeltjes mee te laten helpen de grenzen te bewaken!

Slide 19 - Slide

Franken

Slide 20 - Slide