Je weet waardoor de Franse Revolutie ontstond.
Je begrijpt waarom die revolutie leidde dat tot nieuwe ideeën over de rechten van de burgers.
Je weet hoe Lodewijk XIV Frankrijk bestuurde.
Je kent de gevolgen van de manier van besturen van Lodewijk XIV voor de burgers van Frankrijk.
Je weet welke kritiek de verlichtingsfilosofen hadden op de absolute heersers.
Je kent de ideeën die zij hadden over een beter bestuur.
Je weet hoe de Franse bevolking leefde aan de vooravond van de Franse Revolutie.
Je weet hoe de Franse Revolutie verliep.
Je begrijpt waarom de Franse Revolutie uitliep op de Terreur.
Je kent de veranderingen in Frankrijk door de komst van Napoleon.
Je weet welk effect de Franse Revolutie had in Zuid-Amerika.
Je kunt soorten oorzaken en gevolgen indelen in sociaal-economische, politiek-bestuurlijke of cultureel-mentale oorzaken en gevolgen.