Grieken en Romeinen 2ab

Grieken en Romeinen 2ab
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grieken en Romeinen 2ab

Slide 1 - Slide

Inhoud
Herhaling Jagers en boeren
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Jager-verzamelaars

Slide 3 - Mind map

Eerste boeren

Slide 4 - Mind map

Landbouw

Slide 5 - Mind map

Romeinse Rijk
Rond 100 n.C. bestond het Romeinse Rijk uit Italië en 40 provincies. Het Rijk lag rondom de Middellandse Zee (Mare Nostrum Internum).
De grenzen lagen in Europa langs de Rijk en Donau. Langs de grens stonden sterke legerplaatsen voor legioenen. De verdedigingslinie wordt ook de limes genoemd. In Nederland liep de limes langs de Rijn. 

Slide 6 - Slide

Wegen
Door het rijk heen lagen kaarsrechte wegen. Zo konden legioenen makkelijk verplaatsen en boodschappers snel te paard reizen. Dit was heel handig voor het Romeinse bestuur.

Ook werd er veel handel gedreven over de wegen. 
Kooplieden gebruikte het wegennet veel. Dat er veel handel was weten we uit bronnen. Overal in het vroegere Rijk zijn munten gevonden. Met een soort geld was het makkelijk overal te handelen. Ook zijn er veel stenen gevonden met inscripties. Van buiten het Romeinse Rijk kwam ook handel. Vanuit China kwamen vele luxegoederen

Slide 7 - Slide

Romeinse stad
Romeinse steden werden allemaal hetzelfde gebouwd. Twee grote steden kruisten elkaar in het midden, waar het forum lag. In vierkante blokken werden lagen huizen, winkels en bedrijven van ambachtslieden gebouwd.
Veel steden hadden een eigen thermen. Water hiervoor werd aangevoegd via een aquaduct.

Voor vermaakt had een stad vaak een amfitheater. In dit circus werden wagenrennen gehouden. In het theater werden toneelstukken opgevoerd.

Om alles te kunnen bouwen hadden de Romeinen veel techniek. Zo waren ze al heel goed in het bouwen van bogen en koepels. 


Slide 8 - Slide

Organisatie
De Romeinen waren ook goed in organisatie. Elk legioen bestond uit 100 man met 1 officier. Zo kon een aanval goed geleid worden. Alle soldaten hadden een kort zwaard, speer en schild. Door deze organisatie en goede technische training veroverde ze een enorm rijk. 

Slide 9 - Slide

Opdrachten
Handboek blz. 28 t/m 31

Werkboek blz. 32 t/m 40
Opdracht 4, 5, 10, 11, 13 en 14

Slide 10 - Slide