Deeltaak 4, theatrale middelen 4.3

Theatrale middelen
Leerjaar 1, deeltaak 4.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Theatrale middelen
Leerjaar 1, deeltaak 4.

Slide 1 - Slide

Theatrale middelen

- spelgegevens
- vormgevingsmiddelen
- enscenering

Slide 2 - Slide

Wat zijn spelgegevens?

Slide 3 - Mind map

Spelgegevens:
- 5 W's

Slide 4 - Slide


7
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek (geluidseffecten)
Audiovisueel (beeld)

Slide 5 - Slide

Decor
Attributen

Slide 6 - Slide

kostuums
kap en grime

Slide 7 - Slide

licht
audiovisueel (beeld)

Slide 8 - Slide

audiovisueel (beeld)

Slide 9 - Slide

Enscenering:
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène en de vormgeving van het stuk.

Slide 10 - Slide

Wat is mise-en-scène?
A
Wat wordt er gedaan met belichting tijdens een voorstelling.
B
Hoe maken de acteurs gebruik van het speelveld.
C
De scene die wordt uitgebeeld speelt zich in de mist af.
D
Het is een term die in de wetenschap wordt gebruikt.

Slide 11 - Quiz

mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel"
Dus: waar staan de acteurs ten op zichte van elkaar en het decor/attributen.

Slide 12 - Slide

Wat is de betekenis van de mise-en-scène in de volgende foto's? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Theatrale middelen
Spelgegevens



7 vormgevingsmiddelen




Enscenering
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 20 - Slide