1. Lees de Franse tekst en de Nederlandse vertaling.
2. Onderstreep alle Franse ww-vormen. In de Nederlandse tekst staan ze al dik gedrukt.
3. Markeer met een eerste kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit twee vormen
4. Markeer met een tweede kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit één vorm
5. Bedenk voor jezelf: zie ik verschillen? Overleg na vijf minuten met elkaar.