Aan het einde van de les kan je :
iets vertellen over zakgeld
vragen hoeveel iets kost.
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
die Zeitschift das Taschengeld das Handy
die Klamotten die Süßigkeiten das Computerspiel
Kennst du diese
brauchen = nodig hebben
die Zeitschrift = het tijdschrift
bekommen = krijgen
die Eltern = de ouders
das Handy = het mobieltje
das Taschengeld = het zakgeld
1. eine Zeitschrift
2. bekommen
3. Eltern
4. Taschengeld
5. brauchen
6. Handy