1. Lees de tekst globaal = bekijken
2. Bedenk wat je al weet: maak een woordweb!
3. Lees de tekst helemaal door
4. Markeer moeilijke woorden
5. Haal de hoofdzaken eruit = markeer de kernzinnen
6. Controleer of het snapt: stel de w-vragen en de h-vraag