Ik gebruik mijn smartphone voor heel veel leuke dingen.
•
Schrijf de zin die hieronder staat over op een blaadje.
• Schrijf na de zin drie hele zinnen waarin je een opsomming geeft van
dingen die jij allemaal met je smartphone doet. Begin iedere zin met een
signaalwoord voor een opsomming.
• Ruil je zinnen met een klasgenoot en lees elkaars tekstje.
• Onderstreep de signaalwoorden die een opsomming aangeven in de tekst
van je klasgenoot.
• Controleer elkaar!