Dit hebben de studenten al in hun zelfstudieopdrachten in het werkboek kunnen lezen en zien. Voor achtergrond informatie voor jou als docent zie;
https://www.ncj.nl/themadossiers/uitvoeringskader/basispakket-jgz/
NB. Deze dia bespreken neemt best veel tijd in beslag omdat te waarschijnlijk een nieuw fenomeen voor veel studenten is dat je als verpleegkundige met recht te maken hebt. De uitleg die je geeft over wet en regelgeving en het belang ervan kun je best over de OP’s trekken (bij ieder doelgroep is het belangrijk). Neem je tijd want dit is best even ingewikkeld en je krijgt de vraag wat ze voor hun toets moeten weten hiervan. Het is vooral ter illustratie dat wetten en regels zo belangrijk zijn in de JGZ. En waar je als jeugdverpleegkundige mee te maken kan krijgen.
Iedere instantie (CJG, GGD, of anders) geeft zorg vanuit het basispakket JGZ. Daar om heen kunnen gemeente afhankelijk van wat zij nodig vinden binnen een bepaald werkgebied maatwerk afnemen bij de instelling die in hun woonplaats de JGZ verzorgt. We hebben net stil gestaan bij de vraag of het uitmaakt waar in Nederland je woont. De vraag is zeker met ja beantwoord. Dit is ook precies de reden dat er voor iedere gemeente iets anders ingekocht wordt. Dus behalve dat het uitmaakt waar je opgroeit maakt het ook nogal uit waar je werkt als jeugdverpleegkundige. Zelf heb ik het meegemaakt dat ik in verschillende gemeente tegelijkertijd werkte en dat ik bij de een wel gratis peuterspeelzaal voor ieder kind met allochtone ouders mocht regelen en in de andere gemeente alleen onder specifieke voorwaarden.
Buiten maatwerk en basispakket heb je ook te maken met veel wet en regelgeving. Het voert nu in de eerste week te ver om dit allemaal door te nemen. Maar zoals studenten in de kickoff hebben geleerd, gaat het in de kennislijn ook over recht. Houdt dit low. Laat even snuffelen aan het fenomeen dat je als verpleegkundige dus midden dus allerlei wet en regelgeving staat en dat ze dat dus nog veel gaan zien het komende jaar.
Achtergrond en voorbeelden over deze wet en regelgeving. Houdt het low we zitten nog steeds pas in OP1.
Simpel gezegd: het basistakenpakket van de JGZ wordt gefinancierd vanuit de WPG. Zodra er iets bijzonders (meer dan het preventiestuk) aan de hand is komen er andere wetten bij kijken waar vanuit gefinancierd wordt. Zie hieronder voor verdere toelichting.
Jeugdwet. In de Jeugdwet wordt jeugdhulp geregeld. De Jeugdwet kent een driedeling:
preventie (delen van het vroegere JGZ maatwerk, welzijn en thuisbegeleiding)
jeugdhulp (als er iets aan de hand is met een kind)
hulp in het gedwongen kader. De Jeugdwet is preventie voor groepen en individuen waar risico te verwachten is. Denk bijvoorbeeld aan en traject dat begeleidt wordt door een gezinscoach, opvoedonderstuning, maar ook bijvoorbeeld jeugdreclassering of leerplicht vallen hieronder..
Passend Onderwijs. De wetgeving op het gebied van Passend Onderwijs is gericht op een verschuiving in de richting van een meer preventieve aanpak, diagnostiek die gericht is op handeling (wat heeft dit kind nu nodig?) en een versterking van de integrale en intersectorale benadering. Steeds vaker krijgen kinderen met uiteenlopende problematiek in het reguliere onderwijs een plaats. Hoe kan een kind met autisme of ADHD toch goed tot leren komen op een reguliere basisschool (wat alsijd het streven is) en als dit niet lukt kijken wat er nodig is. Dit kan gaan om cognitieve problemen, gedragsproblemen ops chool of bijv een lichamelijke of geestelijke beperking waardoor passend onderwijs gezocht moet worden.
Zorgverzekeringswet (Zvw). JGZ-professionals kunnen ook enkele taken uitvoeren die onder de Zvw vallen, zoals lichte medische zorg en (rook)preventieprogramma’s voor jeugdigen. De staatssecretaris van VWS heeft hier expliciet toestemming voor gegeven, met als voorwaarde dat hierover goede afspraken met de zorgverzekeraars worden gemaakt. Jeugdartsen kunnen sinds 2014 ook rechtstreeks verwijzen naar medisch specialisten. Dankzij deze maatregel ontstaat er een verbinding tussen het sociale domein (WPG en Jeugdwet) en het medische domein (Zvw). Bijvoorbeeld: Een kind lijkt Koe eiwit allergie te hebben. De Jeugdverpleegkundige begeleid de ouders (WPG), de jeugdarts schrijft het recept voor de speciale voeding die ouders bij hun zorgverzekering kunnen indienen (ZVW).
Participatiewet. Het kabinet wil dat alle mensen, jong en oud, in Nederland geboren of van ver komend, mensen met of zonder beperking, als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. JGZ draagt in algemene zin bij aan het functioneren van kinderen en jongeren. Meer specifiek kan JGZ bijdragen aan ziekteverzuimbegeleiding van leerlingen bij aan deelname aan het onderwijs en beroepskeuzeadvisering aan het vinden van een plek op de arbeidsmarkt.
Aan de hand van gesprekken met de branche- en beroepsverenigingen, VNG en de hoofden en managers JGZ is in 2013 gewerkt aan het concretiseren van de visie op een Publieke Zorg voor Jeugd. Met name de rol en mogelijkheden van JGZ en de JGZ-professional binnen een Publieke Zorg voor Jeugd kwamen hierbij aan bod. Hierbij zijn voortschrijdende inzichten en ontwikkelingen meegenomen, waaronder de herziening van het jeugdstelsel. Deze visie is voorgelegd aan de branche- en beroepsverenigingen, VWS en VNG. In februari 2014 is deze visie besproken met het bestuur van het NCJ.
Wet publieke gezondheid. In het kader van de Wpg is de gemeente verantwoordelijk voor collectieve activiteiten zoals gezondheidsbevordering en prenatale voorlichting gericht op de gehele bevolking, dus ook gericht op jeugd. Wpg is preventie voor alle kinderen.
Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en de hielprikscreening maken geen deel uit van het Basispakket JGZ maar vormen wel kerntaken van de JGZ. Ze zijn onderdeel van de Wet Publieke Gezondheid ad artikel 6b (RVP) en artikel 12a (hielprik).