This lesson contains 27 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling vorige les
Uitleg paragraaf 1.4: Europa na de Eerste Wereldoorlog
Zelfstandig werken
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Wat stond er in de Vrede van Versailles?
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
Je kunt uitleggen hoe in Italië het fascisme op kwam.
Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde
Slide 4 - Slide
Interbellum
Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.
Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Gevolgen van het verdrag van Versailles
Oprichting Republiek van Weimar(Eerste democratie in Duitsland).
Door schadevergoeding waren er veel economische problemen in Duitsland.
Duitsland was altijd een keizerrijk geweest en kende geen democratie, daarnaast was dit de regering die de wapenstilstand had getekend...
Slide 7 - Slide
Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.
Regering besluit geld bij te drukken: gevolg het wordt nog minder waard. (Hyperinflatie)
Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts) proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici).
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vrijkorpsen
Gewapende groeperingen van (rechtse) oud-militairen
Ze geloofden sterk in de Dolkstootlegende
Volgens de aanhangers van deze Dolkstootlegende lag de oorzaak van de nederlaag van de oorlog bij de communisten en joden, en niet bij de militairen.
Bierkellerputsch (mislukte staatsgreep van Hitler in 1923)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Bezetting van het Ruhrgebied
Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.
Franse troepen bezetten Essen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Crisis in de wereld
Door overproductie van fabrieken, veelkopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 16 - Slide
Beurskrach 1929: De Amerikaanse beurs stort in!
Gevolg grote economische crisis
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Opkomst Hitler
Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles
Uiteindelijk ook de Tweede Wereldoolog, waarbij Hitler er alles aan zou doen om de gevolgen van het Verdrag van Versailles te vernietingen...en daarin ook slaagt.
Slide 20 - Slide
Fascisme
Fascisme is een politieke stroming,
Wordt ook wel extreem-rechts genoemd
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 23 - Slide
Kenmerken van fascisme (1)
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten. Er is één leider.
Sterk nationalisme:ieder moet zich inzetten voor zijn land.
Slide 24 - Slide
Kenmerken van fascisme (2)
Fascisme is tegen persoonlijke vrijheid. Persoonlijke vrijheid ondermijnd de gehoorzaamheid van de leider.
Fascisme gaat uit vanongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)
Slide 25 - Slide
Kenmerken van fascisme (3)
Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.
Militarisme: geweld is goed: geen woorden maar daden
De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.