Onvoltooid deelwoord
Je bent iets aan het doen terwijl je ook iets anders doet
'Lachend rende ze de klas uit'
-altijd hele werkwoord +d
-uitzondering +de
Voltooid deelwoord
De activiteit is achter de rug, het is voltooid.
We zijn naar school gefietst.
Gebruik 't kofschip bij regelmatige / zwakke werkwoorden
-altijd een d of een t