K0118 neus maagsonde pegsonde en sondevoeding

Neus-
Maagsonde
K0118
1 / 47
next
Slide 1: Slide
verpleegkundeBeroepsopleiding

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Neus-
Maagsonde
K0118

Slide 1 - Slide

Sondevoeding
Inbrengen neusmaagsonde
een 
voorbehouden handeling

Slide 2 - Slide

leerdoelen
  • je kan de bouw en werking van het spijsverteringskanaal beschrijven
  • je kent redenen van ondervoeding
  • je kent de (contra) indicaties voor een neus-maagsonde
  • je kan de aandachtspunten van een neus-maagsonde verklaren

Slide 3 - Slide

Wat is jouw kennis op dit moment over de neusmaag- en PEG-sonde?
010

Slide 4 - Poll

hoe ontstaat ondervoeding?

Slide 5 - Open question

indicaties sondevoeding (SV)
  • eetproblemen/slikproblemen
  • aandoeningen: mond, keel, slokdarm
  • ondervoeding
  • bewusteloosheid/coma
  • postoperatief

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

spijsverteringsstelsel

Slide 9 - Slide

Wat versta je onder enterale voeding?
A
voeding via het maagdarm kanaal
B
voeding via een neusmaagsonde
C
voeding via een peg sonde
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Enteraal; via maagdarm kanaal

Slide 11 - Slide

Wat is een reden, of wat zijn redenen om een maagsonde in te brengen?
A
sondevoeding toedienen
B
hevelen maaginhoud
C
A en B zijn onjuist
D
A en B zijn juist

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een maagsonde inbrengen is een voorbehouden handeling
A
Juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Een maagsonde kan ook via de buikwand ingebracht worden
A
Juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

wat zou jij het ergst vinden als je een maagsonde zou krijgen?

Slide 19 - Open question

Belangrijke aspecten bij
inbrengen sonde zijn? 
  • goede voorlichting en attitude
  • neem de rust en de tijd voor de zorgvrager
  • inbrengen wordt vaak niet als pijnlijk ervaren, wel als vervelend
  • tranende ogen, kokhalzen en evt. braken, benauwd gevoel krijgen, doordat ze niet goed ademen
  • een enkele keer knikt de sonde dubbel of ligt de sonde op de verkeerde plaats
  • controle PH indicatie





Slide 20 - Slide


Waar staat de afkorting NEX voor
A
Nose-Earcanal-Xyphoïd
B
Nose-Ear(lobe)-Xyphoïd
C
Nurse-Eat-Xray
D
Neus-Enkel-Xifelus

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste afstand voor het inbrengen van een maagsonde via de neus?
A
De afstand vanaf de neus via de oorlel tot aan de navel + 10cm
B
De afstand vanaf de neus via de oorlel tot het Xyfoid + 10cm
C
De afstand vanaf de neus via de kin tot en met het borstbeen + 10cm

Slide 22 - Quiz

Wat kan je een zorgvrager het beste laten doen tijdens het inbrengen van een neus-maagsonde?
A
Diep laten ademhalen bij het inbrengen
B
Adviseren zo plat mogelijk te liggen tijdens het inbrengen
C
Regelmatig laten slikken tijdens het inbrengen

Slide 23 - Quiz

Juiste Lengte:
Nose
Ear
Xiphoid

+10 cm

Slide 24 - Slide

NEX

Slide 25 - Slide

Visuele Controle
  • Zit de pleister nog goed?
  • Inspecteer mond en keelholte
  • Inspecteer markering op de sonde
  • Overleg met cliënt

Slide 26 - Slide


Hoe controleer je of de sonde goed ligt
A
Bij cliënten die mogen en kunnen drinken kan je met een limonadetest de ligging controleren
B
om de ligging van de neus-maagsonde te controleren geef je water via de neus-maagsonde.
C
om de ligging te controleren van een neus-maagsonde spuit je lucht in als je dat hoort borrelen in de maag zit je goed
D
Om de ligging van de neus-maagsonde te controleren bepaal je de pH-waarde van aspiraat dat is opgezogen via de neus-maagsonde.

Slide 27 - Quiz

Controle

  • PH Schaal
  • Afkappunt: 5,5
  • Positioneer cliënt anders indien geen maagsap op te trekken is.


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Slide

Een stomatitis is:
A
ontstoken tandvlees
B
ontstoken mondslijmvlies
C
ontstoken maagslijmvlies bij peg sonde
D
ontstoken darmslijmvlies

Slide 31 - Quiz

Maagretentie kan optreden door
A
verminderde maag of darmmobiliteit
B
te hoge toedieningssnelheid
C
verkeerde houding
D
A, B en C zijn juist

Slide 32 - Quiz

Bij een pH lager dan of gelijk aan …... ligt de sonde waarschijnlijk in de maag.
A
4,5 pH
B
5,5 pH
C
6,5 pH
D
7 pH

Slide 33 - Quiz

Een prikkelhoest bij een maagsonde kan betekenen dat de sonde verschoven is
A
Juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

Bij de NEX tel je ........ op
A
10 cm
B
10 dm
C
100 cm
D
100 dm

Slide 35 - Quiz

De PH moet..........zijn dan 5,5
A
Lager of gelijk zijn aan
B
Hoger
C
Afhankelijk van client
D
Lager

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

noem 2 parenterale toedieningsvormen

Slide 38 - Open question

 6 parenterale toedieningsvormen
  • Via de huid;  intra cutaan, subcutaan, intramusculair, 
  • Via de luchtwegen, Via de neus
  • Via het oor/oog
  • Onder de tong
  • via het ruggenmerg
  • Via het rectum 

Slide 39 - Slide

En nu nog wat andere vragen! 

Slide 40 - Slide

Insuline wordt aangemaakt in:
A
De lever
B
De alvleesklier
C
de maag

Slide 41 - Quiz

Een aandachtspunt bij bloedsuiker bepalen is:
A
De handen van de zorgvrager voorafgaand wassen en afdrogen
B
de vingertop goed stuwen om voldoende bloed te krijgen
C
vingertop desinfecteren met alcohol

Slide 42 - Quiz

welk van de onderstaande handelingen is een voorbehouden handeling?
A
hechtingen verwijderen
B
een maagsonde inbrengen
C
PEG sonde verzorgen
D
zuurstof toedienen

Slide 43 - Quiz

De urinebuis loopt van de nieren naar de blaas
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

een katheter á demeure wordt direct via de buikwand in de blaas gebracht
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quiz

bij blaasspoeling desinfecteer je altijd het aansluitpunt van het spoelzakje
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

de blaasspoelvloeistof laat je een minuut of 10 in de katheter zitten
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quiz