Keuzedeel SDAA, leerjaar P2 (les 6, medicatiebeoordelingen bij ouderen)

• apothekersassisitent
• MBO
• Studiejaar 2

Keuzedeel specifieke doelgroepen voor apothekersassistenten

Inhoud van deze les

Medicatiebeoordeling bij ouderen

terugblik op de vorige les

Farmacokinethiek & Farmacodynamiek

wat weet je nog wat farmacokinethiek & farmacodynamiek was?

Geef de studenten een paar minuten om na te denken wat ze nog weten van deze begrippen.

Farmacodinamiek:

Wat doet het lichaam met het geneesmiddel

bijvoorbeeld -> mindere absorptie, andere water- en vetverdeling van het lichaam, leverfunctie vermindering, nierfunctie vermindering

Farmacodynamiek:

Wat doet het geneesmiddel met het lichaam

bijvoorbeeld -> vergrote valkans bij ouderen door instabiliteit, immobiliteit, gnm gebruik, bloeddrukverlaging.

minder goed zicht

Medicatiebeoordeling

casus:

Dhr Zwart in de apotheek

(Bekijk de filmpje achter elkaar via je telefoon)

Een goed voorbeeld van hoe zo'n medicatiebeoordeling in z'n werk gaat. Wat valt je op?

Laat de studenten nadenken over wat ze gezien hebben in de filmpjes, wat ze opviel.

Wat vind je van deze manier om zo in gesprek te gaan met een patiënt. Zou dit zelf ook zo doen?

Laat de student dit filmpje kijken op hun telefoon.

Wat vond je van dit filmpje over de samenwerking met apotheker en patiënt?

Ga met elkaar in gesprek over deze samenwerking.

Wat levert deze samenwerking op?

Wat merkt de patiënt hier dan van?

Welk voordeel heeft dit voor de apotheek, huisarts en patiënt?

Stappenplan medicatiebeoordeling

1. Farmacotherapeutische anamnese 

2. Farmacotherapeutische analyse

3. Overleg arts & apotheker

4. Overleg met patiënt

5. Follow-up

vervolgbeoordeling (1x per jaar ideaal)

1. gesprek met de patiënt op basis van het medicatieoverzicht.  Hierbij is speciale aandacht voor de actuele medicatie, bijwerkingen, allergieën, ervaringen en problemen en zorgen en verwachtingen van de patiënt.

2. Het ordenen van de gegevens en kijken naar onderhoudsbehandeling, overbehandeling, effectiviteit van de medicatie, bijwerkingen, relevante contra-indicaties en interacties, onjuiste doseringen of gebruiksongemak.

3. Bespreken en noteren van behandeldoelen, gesignaleerde problemen in de medicatie van de patiënt, prioritering van de problemen, verdeling van acties tussen de arts en apotheker.

4. Terugkoppeling van de afgesproken interventies naar de patiënt en aanpassen van het actuele medicatieoverzicht.

5. Evaluatie door arts en apotheker van de afgesproken interventies binnen drie maanden na overleg met de patiënt en rapportage van evaluatie en monitoring in het farmacotherapeutisch behandelplan.

 

voorbeelden van STOPP- en START-criteria

STOPP criteria:

een overzicht van gnm die bij voorkeur niet gebruikt moeten worden bij ouderen

bv. en niet-selectieve bètablokker bij COPD -> verhoog risico op bronchospasmen

START criteria: 

een overzicht van gnm die bij voorkeur wel toegevoegd moeten worden bij ouderen

bv. Calcium en vitamine D Bij patiënten met(verhoogd risico op)

osteoporose  (Tenzij voldoende inname van calcium en voldoende blootstelling aan zonlicht)   

of Laxans bij opiaatgebruik

of Statine bij ouderen met verhoogd risico op hart- en vaatziekten

STOPP- en STRART criteria, dit overzicht is te vinden op #OO

STOPP-criteria:

Niet-selectieve bètablokker (bv propranolol, sotalol, labetalol) bij COPD -> benauwdheidsklachten kunnen toenemen.

STOPP- en START-criteria

een hulpmiddel voor het herkennen van ongeschikte of ontbrekenden medicatie bij een patiënt waarbij een medicatiebeoordeling wordt uitgevoerd

optimaliseert gnm gebruik -> vermindert problemen en ziekenhuisopnamen.

Opdracht 7 #OO maken