SEMANA 22 - FUTURO, ¿QUÉ VAMOS A COMPRAR?

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico mi comprensión lectora oefen ik mijn leesvaardigheid
2. ...repaso el futuro próximo herhaal ik de toekomende tijd

1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico mi comprensión lectora oefen ik mijn leesvaardigheid
2. ...repaso el futuro próximo herhaal ik de toekomende tijd

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a comprar? LT 123
Wat betekent de titel?

Welke tijd is dit? Welke regel hoort daarbij?

Slide 2 - Slide

Futuro Toekomende tijd
Dit heet de Futuro Próximo ofwel Futuro Inmediato
Regel: 
vorm van IR (=GAAN) + A + heel werkwoord

Voorbeeldzin: 

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
(Wat ga je dit weekend doen?)


Slide 3 - Slide

¿Qué vamos a comprar? LT 123
Escucha, lee y después haz LT p 124 ejercicios 1, 2.


¿Listo/a? Deberes:
- LE 81/1

Slide 4 - Slide

Respuestas LT 124/1

Slide 5 - Slide

Respuestas LT 124/2
 a : 1 van 2 van 3 va 4 va 5 van
b : zinnen 2,4,5 gaan over de toekomst
c : ir + a + hele werkwoord 

Slide 6 - Slide

Deberes
- hacer y corregir: LE p 81 ejercicio 1 
- estudiar: LT p 177
- estudiar: LT p 209

Slide 7 - Slide

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico el vocabulario oefen ik de woorden/zinnen
2. ...repaso el futuro próximo herhaal ik de toekomende tijd

Slide 8 - Slide

Vocabulario LT 209

Slide 9 - Slide

Tengo que comprar (een fles water).

Slide 10 - Open question

También voy a comprar (een pak rijst).

Slide 11 - Open question

Además, necesito (zes eieren).

Slide 12 - Open question

(De groenten) tienen muchas vitaminas.

Slide 13 - Open question

Y, claro, voy a comprar (sla en tomaten) para preparar la ensalada.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Deberes
- hacer y corregir: LE p 81 ejercicio 1 + LE p 82 ejercicio 6ab
- estudiar/repasar: LT p 177-178
- estudiar/repasar: LT p 209
Vergeet het leerwerk niet!

Slide 16 - Slide

Vocabulario LT 209
extra

Slide 17 - Slide

Me gustan las (frietjes), pero tienen pocas vitaminas.

Slide 18 - Open question

Además, la comida rápida tiene (veel vet).

Slide 19 - Open question

El chico (barst in lachen uit).

Slide 20 - Open question

¿Me das (een beetje) chocolate?

Slide 21 - Open question

Cuando (het is heel warm), me gusta comer macedonia.

Slide 22 - Open question

¿Hay (een blikje) de macedonia en la cocina?

Slide 23 - Open question

El azúcar está bien de precio hoy. Es (nogal goedkoop).

Slide 24 - Open question

Yo (breng door) mucho tiempo en el supermercado, porque tengo que hacer muchos recados.

Slide 25 - Open question

Mis padres hacen los recados los (weekenden).

Slide 26 - Open question

Perdona, ¿(waar zijn de vleeswaren)?

Slide 27 - Open question