13.5 Titrimetrie

13.5 titrimetrie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

13.5 titrimetrie

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Herhaling MS
  • Uitleg titraties 
  • Bekijken voorbeeldopgave 5 
  • Maken 28, 29, 30, 31 en 33 (voor de liefhebbers mag 32 ook)
  • Aan de slag met oefenblad

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je leert verschillende typen titraties kennen en je leert om hier berekeningen mee uit te voeren

Slide 3 - Slide

Propanon, propanal en prop-2-een. Welk spectrum hoort bij welke stof?

Slide 4 - Slide

Antwoord
Kenmerkende pieken voor b: 43 (= CH3CO+) en 15 (= CH3+), dus propanon. Kenmerkende piek voor c: 29 (= C2H5+ èn CHO+), dus propanal.
Blijft voor a over: prop-2-een-1-ol. Dit wordt bevestigd door de piek van 57: het brokstuk dat overblijft als de H van de OH-groep er af is gegaan.


Oefenen? Link

Slide 5 - Slide

Titratie
  • Kwantitatieve analysemethode
  • zuurbase, redox en heel soms neerslag
  • Verschillende types
  • direct, indirect en terug

Slide 6 - Slide

Equivalentiepunt
Punt waarop evenveel mol titrans (stof in buret) is toegevoegd als analiet (te analyseren stof)
Moet zichtbaar worden gemaakt door:
- kleur (indicator bij zuurbase of redox)
- temperatuur 
- pH
- geleidbaarheid

Slide 7 - Slide

Redoxreacties veranderen vaak al van kleur, waardoor er geen indicator nodig is.

Slide 8 - Slide

Directe titratie
Analiet in erlenmeyer wordt direct getitreerd met titrans. Reactie tussen te analyseren stof en titrans. 

Slide 9 - Slide

Indirecte titratie
  1. Analiet wordt eerst omgezet in een andere stof.
  2. Die andere stof wordt getitreerd. (dus 2 stappen)

  • Als er geen directe titratie mogelijk is
  • Onnauwkeurige overmaat bij stap 1

Slide 10 - Slide

Terugtitratie
  1. Analiet reageert met een bepaalde stof
  2. De overgebleven hoeveelheid van die bepaalde stof wordt getitreerd. 

  • Als reactieproducten gemakkelijk te verwijderen zijn (bv gas) en als directe titratie niet mogelijk is. 
  • Nauwkeurige overmaat bij stap 1. 

Slide 11 - Slide

Berekeningen met titraties
  1. Bepaal of het een directe, indirecte of terugtitratie is.
  2. Geef de reactievergelijking(en)
  3. De berekening start je meestal met de laatste gegevens om vervolgens terug te rekenen naar het begin.​

Slide 12 - Slide

Deze les
  • Herhaling 13.1 t/m 13.4
  • Uitleg titraties 
  • Bekijken voorbeeldopgave 5 
  • Maken 28, 29, 30, 31 en 33 (voor de liefhebbers mag 32 ook)
  • Aan de slag met oefenblad 
  • Volgende week: 2x oefenen met titratie in de les!

Slide 13 - Slide