Instructie geven

Welkom

Schrijven en spreken


Een instructie geven
Nederlands
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Schrijven en spreken


Een instructie geven
Nederlands

Slide 1 - Slide

leerdoel wit en blauw


  • Je schrijft een instructie, waarin je structuur aanbrengt, een schrijfdoel aanhoudt en rekening houdt met je publiek. (1S)

Slide 2 - Slide

VOEGWOORDEN/SIGNAALWOORDEN
          Als je een instructie schrijft, schrijf je alle stappen op. 
Eerst doe je dit, daarna doe je dat en vervolgens weer zus en ten slotte zo. 

De vetgedrukte woorden zijn voegwoorden. 
Deze woorden worden ook wel signaalwoorden genoemd. 
Ze geven een signaal af. In dit geval een signaal van tijd.

Slide 3 - Slide

Een voorbeeld van een tekst bij instructie geven is:
A
Een politieke folder
B
Een strip
C
Een informatieve folder
D
Een recept

Slide 4 - Quiz

Een recept is een voorbeeld van een instructie. Bedenk andere voorbeelden
van instructies.

Slide 5 - Mind map

Met het tekstdoel instructie geven, wil de schrijver:
A
De lezer vermaken.
B
De lezer overtuigen.
C
De lezer informatie geven.
D
Uitleggen aan de lezer hoe hij iets moet doen.

Slide 6 - Quiz

Waar krijg je allemaal met instructies te maken?

Slide 7 - Open question

Een instructie
  • Je noemt een uitleg een instructie.

  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen
  • Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft/vertelt. 

Slide 8 - Slide

EEN INSTRUCTIE GEVEN
Wanneer je een intstructie gaat geven is het belangrijk om te bedenken in welke volgorde je de informatie zet.

  • Met welke informatie begin je?
  • Welke informatie geef je daarna?
  • Met welke informatie eindig je?
  • Wat is een passende lay-out (plaatjes, titel en kopjes). 
  • Wie is je doelgroep? Pas je taalgebruik daarop aan.

Slide 9 - Slide

INSTRUCTIE SCHRIJVEN
  • Stap 1 – Maak duidelijk waar de instructie over gaat.
  • Stap 2 – Geef de informatie stap voor stap, in eenvoudige zinnen.
  • Stap 3 – Zet de aanwijzingen in de volgorde waarin de instructie uitgevoerd moet worden.
  • Stap 4 – Gebruik doe-woorden (neem, pak) en signaalwoorden (om te beginnen, eerst, daarna, tenslotte).

Slide 10 - Slide

INSTRUCTIE SCHRIJVEN
  • Stap 5 – Voeg één of meerdere afbeeldingen/illustraties toe die de uit te voeren handelingen verduidelijken.
  • Stap 6 – Geef je instructie een titel, een korte inleiding en een passend slot.
  • Stap 7 – Zet boven de instructie eventueel een lijst met benodigdheden.

Slide 11 - Slide

Stap 1

Slide 12 - Slide

Stap 2

Slide 13 - Slide

Stap 3

Slide 14 - Slide

Stap 4

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Opdracht:
Schrijf een instructie over: Hoe eet je een tompoes /tompouce.

Slide 17 - Slide