Quiz nederlands

Quiz nederlands 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz nederlands 

Slide 1 - Slide

Welk sigaalwoord hoort bij het verband tegenstelling?
A
omdat
B
ook
C
maar
D
en

Slide 2 - Quiz

Welk woord is niet goed gespeld?
A
applaudisseren
B
paddestoel
C
naïviteit
D
U-bocht

Slide 3 - Quiz

Wat is een hoofdzaak?

Slide 4 - Open question

Is de volgende zin een feit of een mening?
'Amsterdam is een mooie grote stad.
A
mening
B
feit

Slide 5 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een tekstdoel?
A
nieuwsgierig makend
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 6 - Quiz

Noem vier leesmanieren

Slide 7 - Open question

Welk woord is juist gespeld?
A
meterologisch
B
meeteorologisch
C
meteorollogisch
D
meteorologisch

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld in een samenvatting?
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je de hoofdgedachte vinden in een tekst?

Slide 10 - Open question

Welk verband hoort bij het sigaalwoord 'kortom'
A
oorzaak/gevolg
B
tegenstelling
C
samenvatting/conclusie
D
vergelijking

Slide 11 - Quiz

Wat is een bron?
A
een boek
B
Een site waar je informatie kan zoeken over een bepaald onderwerp

Slide 12 - Quiz