Week 2

Nederlands
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning

Nakijken
Voorlezen boek
Uitleg wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Doel deze week

Je weet wat precies lezen is.

Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.

Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.

Toets 8-12 hoofdstuk lezen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

Deze moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe vind ik het O en het HG?
1. Lees de titel, de inleiding en het slot
2. Stel jezelf de vraag: Waar gaat de tekst over? Dat is het onderwerp.

Hoofdgedachte
3. Bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp:
- Informatieve tekst: Wat is de belangrijkste info over het onderwerp?
- Overtuigende tekst: Wat vindt de schrijver van het onderwerp?
4. Schrijf nu de hoofdgedachte in één zin.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Is de hoofdgedachte hetzelfde als het onderwerp?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Precies lezen
   

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stap 3. Alles precies begrijpen

Moet je iets ongeveer weten? 
Dan is één keer doorlezen genoeg.

Lees je om te leren? Of maak je een toets? 
Dan is elk detail belangrijk.
Neem de tijd om precies te lezen wat er staat.
Onderstreep moeilijke woorden.

Slide 10 - Slide


Tip!
Ken je een woord niet? Probeer het eens zo:

- Lees de zinnen ervoor en erna, vaak staat daar een omschrijving of synoniem (woord met dezelfde betekenis).
- Splits een langer woord in delen op. Ken je de delen?
- Gebruik eventueel een woordenboek.

Slide 11 - Slide

Check ook de leestraining MICRO over het gebruik van het alfabet en woordenboek.
Opdrachten - in stilte 5 min - 
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4
Niet af? Dan is dat je huiswerk

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Doel deze week
Je weet wat precies lezen is.
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.



Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Doel deze week
Je weet wat precies lezen is.
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.



Volgende les
Controleer of je huiswerk hebt
opdracht 1 tm 4


Afsluiting

Zijn er nog vragen?


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Planning

10 minuten voorlezen
5 minuten nakijken
10 minuten herhaling hoofdgedachte
10 minuten trainen hoofdgedachte
15 minuten opdrachten maken.
Doel deze week


Je weet wat precies lezen is.
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Lijkt op het onderwerp maar is niet hetzelfde!!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachte:

In een zin opschrijven wat de schrijver over het onderwerp zegt

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

De hoofdgedachte.



De hoofdgedachte van de hele tekst is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

Deze moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe vind ik het O en het HG?
1. Lees de titel, de inleiding en het slot
2. Stel jezelf de vraag: Waar gaat de tekst over? Dat is het onderwerp.

Hoofdgedachte
3. Bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp:
- Informatieve tekst: Wat is de belangrijkste info over het onderwerp?
- Overtuigende tekst: Wat vindt de schrijver van het onderwerp?
4. Schrijf nu de hoofdgedachte in één zin.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Nederlands

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Planning

Nakijken
Voorlezen boek
Uitleg wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Doel deze week

Je weet wat precies lezen is.

Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.

Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Doel deze week
Je weet wat precies lezen is.
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.



Volgende les
Opdrachten 5, 6 en 7.

Gaan jullie aan de slag met opdracht 8.

Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Nederlands

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Planning

Nakijken
Voorlezen boek
Uitleg wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Doel deze week

Je weet wat precies lezen is.

Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.

Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Flyer maken
Lees opdracht 8 goed door.

Beantwoord de vragen van opdracht 1 
Laat mij ze controleren, dan krijg je een vel.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld flyers

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Zo maak je een flyer:
*Bedenk wat je over de stad wil vertellen: 5 w+h vragen.
*Schrijf je tekst kort en krachtig op.
*Gebruik woorden, zinnen of een slogan om mensen enthousiast te maken.
*Zoek of maak een afbeelding die goed past bij je onderwerp.
*Let op de opmaak.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

de 5 w+h-vragen
  • wie
  • wat
  • waar
  • wanneer
  • waarom 
  • hoe

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Doel deze week
Je weet wat precies lezen is.
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die kan vinden.
Je weet het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte te benoemen.



Volgende les
Jullie gaan je flyer laten zien aan de klas.

Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 38 - Slide

This item has no instructions