Rationalisatie: roken is slecht voor me, maar er zijn zoveel dingen slecht voor me.
Projectie: medelijden met een ander hebben, maar eigenlijk medelijden met jezelf hebben.
Ontkenning: 'met mij gaat het prima, hoor’, terwijl dit gezien de omstandigheden niet waar kan zijn.
Verdringing: je wilt er niet over praten omdat het je anders te veel wordt.
Regressie: is op een kinderachtige manier aandacht vragen. Niet passend bij de leeftijd.