Uitleg (geen les) Woord & zin H2

Intonatie en klemtoon
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Intonatie en klemtoon

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Intonatie

Intonatie is het veranderen van de toon in een zin.
Je kunt met de intonatie bijvoorbeeld aangeven welk woord in de zin het belangrijkste is. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Je spreekt een zin niet op 1 toon uit. Je toon verandert bij bepaalde woorden. Dat kan komen omdat je een bepaald woord in een zin veel nadruk geeft, bijvoorbeeld:'
  • Mijn broer is de allerbeste voetballer van het team.' 
  •  iets vraagt, bijvoorbeeld: 'Kom je vanavond bij mij?' 
  •  iets roept omdat je boos bent, bijvoorbeeld: 'lk wil dat je nu ophoudt met jennen!' 
  •  iets roept omdat je heel blij bent, bijvoorbeeld: 'Wat lief van je!' 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

broer

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

De klemtoon ligt op één lettergreep van een woord.

telefoon: te - Ie - foon
De klemtoon ligt bij 'telefoon' altijd op de laatste lettergreep, of je nou een mededeling doet of een vraag stelt. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bommelwoorden
(van 'bommelding' )





Bom-melding of bommel-ding

Slide 20 - Slide

bommelwoorden dl1
– Bedelen (aalmoezen vragen of uitdelen)
– Voetbalster (vrouwelijke voetballer of ster in het voetbal)
– Kantelen (omdraaien of die dingen op een kasteelmuur)
– Verspringen (een lange afstand springen of van positie veranderen met een sprong)
– Voorkomen (bestaan of preventief handelen)

Slide 21 - Slide

bommelwoorden dl2
– Massagebed (massage-bed, of …)
– Kartongeluk (kart-ongeluk, of …)
– Bisschopsmijter (bisschops-mijter, of …)
– Drugsmokkel (drugs-smokkel, of …)
– Verfrommel (verf-rommel, of …)
– Inkepinkje (in-kepink-je, of …)

Slide 22 - Slide

bommelwoorden dl4
– Pijpetuitje
– Draaikiepraam
– Hyenavel
– Neppelgrims
– Dijkramp

Slide 23 - Slide