PA1 Cap4 Opdr 25,26,27,28c,29

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

La negación y el orden en la frase

El día de hoy

• 25. El orden en la frase
• 26 y 27. La negación
• 28. Conversación sobre el instituto

El orden correcto en la frase

Opdr 25

Kahoot

Ontkenning / negación

Niet of geen vetaal je in het Spaans met NO

Dit woordje staat vóór de persoonsvorm

NO quiero bailar

Ahora NO tengo clase

combinaties met NO

Andere woorden die vaak voorkomen in combinatie met NO:

NADA (niets)

NADIE (niemand)

NUNCA (nooit)

NO + NADA
(dubbelle ontkenning)

• Deze woorden komen direct achter de persoonsvorm
• Flor NO dice NADA. (Flor zegt niets.)
• NO hay NADIE en casa. (Er is niemand thuis.)
• NO voy NUNCA al comedor. (Ik ga nooit naar de kantine)

Negación

NO

verbo

nada

nunca

a nadie

ninguno

ninguna

NUNCA / NADIE

De woorden NUNCA en NADIE kunnen ook voor de persoonsvorm staan. Dan gebruik je geen NO meer.

NUNCA voy al cine.

NADIE tiene hambre.

Negación

verbo

nada

nunca

nadie

ninguno

ninguna

Kahoot

Practicamos la negación

15 minutos

Enlace a Bookwidgets

Luister naar de Frases clave

Zeg de zinnen na

Página 40

In TEAMS opnemen en versturen

Repetimos:

• 25. El orden en la frase
• 26 y 27. La negación
• 28. Conversación sobre el instituto