Mens en Zorg oefenvragen Herkansing tentamen

Mens en Zorg


Een quiz over enkele begrippen uit het Mens en zorg boek
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Mens en Zorg


Een quiz over enkele begrippen uit het Mens en zorg boek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Wat is een chronische ziekte?
A
Een ziekte die plotseling ontstaat
B
Een ziekte die voorkomt in de familie
C
Een ziekte die langdurig aanhoudt
D
Een ziekte die steeds erger wordt

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat biedt de thuiszorg?
A
verpleging, persoonlijke verzorging en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum
B
verpleging, persoonlijke verzorging, kraamzorg en huishoudelijke verzorging aan huis
C
kraamzorg en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Dementie is
A
vaak goed te genezen
B
soms te genezen
C
niet te genezen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dementie?
A
aantasting van de hersenen
B
aantasting van de longen
C
aantasting van de lever
D
aantasting van het hart

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zorgdossier
Het zorgdossier bestaat uit:
- Algemene gegevens
- Medische gegevens
- Algemene beschrijving
- Het zorgleefplan


Soort plan
Zorgleefplan
Ondersteuningsplan
Behandelings-, begeleidingsplan
Soort zorg
verpleeghuis 
Verzorgingshuis
Thuiszorg
Gehandicaptenzorg
Geestelijke gezondheidzorg

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je opa heeft jaren gerookt en heeft nu klachten als: bij inspanning kortademig en hoesten. Welke ziekte hoort hierbij?
A
Hartaanval
B
CVA
C
COPD
D
Astma

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke ziekte is het belangrijk om een schoon huis te hebben
A
Smetvrees
B
Astma
C
Difterie
D
Kinkhoest

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is astma?
A
chronische aandoening aan de luchtwegen
B
chronische aandoening aan het hart
C
chronische aandoening aan het spijsverteringskanaal

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is emptahie?
A
Het tonen van belangstelling in iemand.
B
Het vermogen om je in te leven in andere mensen
C
Aandacht voor iets of iemand hebben
D
De juiste werkhouding aannemen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat verstaan wij onder non verbale communicatie?
A
Het communiceren met gesproken woorden
B
Het communiceren door geschreven woorden
C
Het communiceren waarbij geen woorden gebruikt worden

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Handhygiëne  
Richtlijnen handhygiëne:

Knip de nagels kort en houd ze schoon
Kunstnagels zijn niet toegestaan
Nagellak is niet toegestaan
Draag geen hand/arm sieraden 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hart en vaatziekten
Hartfalen
Hoge bloeddruk
Hartinfarct
Hartstilstand
Beroerte



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hart- en vaatziekten
Volgens de Nederlandse Hartstichting heeft bijna 10% van de Nederlandse bevolking een hart- of vaatziekte.

Hart- en vaatziekten die vaak voorkomen zijn: beroerte, hartinfarct, hartfalen en hartritmestoornissen.
Hart- en vaatziekten worden welvaartsziekten genoemd. Onze leefstijl en voedingspatroon vergroten namelijk de kans op hart- en vaatziekten. De kans op deze ziekten wordt vergroot door: Veel stress,. Roken., Hoge bloeddruk., Hoog cholesterol,. Diabetes., Reuma.en Erfelijkheid.
Het risico op hart- en vaatziekten wordt verlaagd door niet te roken, meer te bewegen en gezond te eten.  


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:
Ik vind mijzelf waardevol en het maakt mij niet uit wat anderen ervan denken.
A
Gelijkwaardigheid
B
Zelfredzaamheid
C
Eigenwaarde
D
Autonomie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Non verbale en verbale communicatie kan je samen toepassen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Ergonomisch werken is..?
A
Zorgen dat je alle spullen bij je hebt
B
Blijven communiceren met de cliënt
C
Een juiste werkhouding aannemen
D
Dit woord bestaat niet.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lichamelijke beperkingen:

Zintuigelijke beperking
Motorische beperking

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voedingssuplement
Een voedingssupplement is een voedingsmiddel dat een aanvulling is op de normale voeding.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voedingssupplementen




Zijn niet nodig. Soms voor bepaalde doelgroepen zoals kinderen , zwangere vrouwen, veganisten en ouderen. 

Slide 21 - Slide

Leg uit wat het jij effect is: Het lichaam zit in overlevingsstand, alle voedingsstoffen worden opgeslagen als vet. Je lichaam verbrandt energie nu langzamer. Als je dan weer normaal gaat eten zit het lichaam nog in de overlevingsstand en heeft een langzame stofwisseling daardoor heeft het lichaam minder energie nodig. 
Wat staat NIET op een recept?
A
De geboortedatum van de zorgvrager
B
Wanneer het medicijn moet worden ingenomen (voor of na de maaltijd)
C
De naam van het medicijn
D
Welke kleur het medicijn is

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:

A
aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
medicijnen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfredzaam blijven.
C
voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

EPD betekent...
A
Elektronisch patiënten dossier
B
Elke patiënt een dossier
C
Elkaars patiënten dossier
D
Elektronisch papieren dossier

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen E-health
A
Consult via webcam
B
Automatisch openen en sluiten van de deuren
C
Telemonitoring van een patiënt
D
Via internet een recept aanvragen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeelden van waarden en normen:
- Waarde: hygiene 
Norm: handen wassen voor het eten 
Waarde: gezondheid
Norm: gezond eten en sporten 
-Waarde: eerlijkheid 
Norm: niet liegen en eerlijk zijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Basiszorg
Persoonlijke verzorging = alles wat iemand kan doen om ervoor te zorgen dat het lichaam goed wordt verzorgd

Tandenpoetsen
Douchen 
Haren wassen
Nagels knippen
Het aantrekken van schone kleding

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

flauwte en bewusteloodheid
flauwte:
  • ademhaling en bewustzijn controleren
  • kou op het hoofd
  • even laten liggen


bewusteloosheid:

  • ademhaling?
  • 112
  • stabiele zijligging

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bewustzijn controleren; hoe doe je dat?


Zie filmpje rode kruis

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hulp bij verslikken en verstikken
Verstikken: slachtoffer kan niet meer hoesten en kan buiten bewustzijn raken

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Reinigen en desinfecteren
Reiniging: Reiniging is het
verwijderen van zichtbaar vuil
door een schoonmaakmiddel.
Desinfecteren: Desinfecteren is het chemisch verwijderen en/of doden van bacterien en sporen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Eerstegraads verbranding
Een eerstegraads verbranding kan ontstaan door te lange blootstelling aan een warmtebron. Denk bijvoorbeeld aan verbranding door de zon.

Een eerstegraads verbranding herken je als volgt:
-  De huid is niet stuk 
-De huid is rood of roze
- De huid is licht gezwollen
- De huid is droog 
- De huid is prikkelend tot pijnlijk.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions