Toetsreflectie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Reflectie op de toets

Wat ging er goed, maar wat kon er beter?

Zo voel ik mij over het cijfer dat ik heb gehaald:

😒🙁😐🙂😃

Het cijfer dat ik heb gehaald is wat mij betreft terecht.
(0 = helemaal niet terecht; 5 = helemaal terecht).

1

2

3

4

5

Ik ben op tijd begonnen met leren.
(1 = helemaal niet; 5 = helemaal wel)

1

2

3

4

5

Omschrijf kort (paar steekwoorden) wat je aan voorbereiding hebt gedaan.

Goed leren is...

Mijn inzet tijdens de les is voldoende.
(1 = helemaal niet; 5 = helemaal wel)

1

2

3

4

5

Mijn inzet voor aardrijkskunde buiten de les is voldoende (huiswerk, etc.)
(1 = helemaal niet, 5 = helemaal wel).

1

2

3

4

5

Dit kan ik ZELF doen om de meer van de lessen mee te krijgen:

Tips voor de docent om de lessen effectiever te maken:

Volgende toets haal ik een hoger cijfer dan deze toets!

JA!

JA!

Noteer 3 dingen die je komend periode anders gaat doen om dat hogere cijfer te behalen.

Toetsvragen beantwoorden

Korte bespreking aan de hand van deze toets, herhaling doen we vóór de volgende toets.

Stap 1

'Toetsvraag analyseren'

"In welk deel van Egypte is de bevolkingsdichtheid
het laagst? Verklaar je antwoord."

1. Hoeveel punten is deze vraag waard? (zie toets)

Analyse: aantal punten

Aantal punten = aantal denkstappen

Aantal denkstappen = váák ook het aantal zinnen dat je antwoord moet hebben. 

Vraag over Egypte: 

2 punten = 2 denkstappen = 2 zinnen/zinsdelen

Analyse: belangrijke woorden

Wat moet je DOEN 

+ 

Welke BELANGRIJKE WOORDEN staan er in de vraag?

--> Onderstreep / markeer deze woorden! 

In welk deel van Egypte is de bevolkingsdichtheid 

het laagst? Verklaar je antwoord (2p)"

Stap 2

Welke informatie heb je nodig? 

Waar kun je informatie over de vraag vandaan halen tijdens het maken van de toets?

Informatie haal je uit: 

• De vraag en de informatie bij de vraag, op de toets. (Tekst + Bron)
• Je HOOFD! --> Kennis van het leren voor de toets. 

Bekijk de bron bij de vraag. Welke informatie hieruit heb je nodig voor je antwoord?

En welke kennis uit je hoofd heb je nodig om deze vraag te beantwoorden?

Stap 3

Antwoord formuleren

Tips: 

• Start je antwoord met het herhalen van (een deel van) de vraag. 
• Gebruik begrippen uit de leerstof in je antwoord. 
• Leg de begrippen in de vraag uit
• Eindig met een slotzin: "Dus..."

Toetsbespreking

• Je gaat de toets bespreken in groepjes van 3 tot 4
• Op tafel/laptop: de toets op je laptop, boek, papier en potlood (rest in tas!)
• Nakijkmodel maken m.b.v. jullie toetsen + boek
• Meerkeuzevragen: korte onderbouwing (1 zin) waarom dat het juiste antwoord is.
• Tijd: 40 minuten
• Daarna: inleveren en starten T5 B1.