This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen migratie en mirgatieachtergrond betekenen.
Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland in het verleden.
Je kan verschillende groepen migranten beschrijven
Je kan voorbeelden geven van vertrek- en vestigingsredenen.
Je kan beschrijven welke soorten migranten er naar de EU komen
Slide 3 - Slide
De titel van de paragraaf is: waarom migreren mensen van en naar de EU?
Geef in je eigen woorden een antwoord op deze vraag
Slide 4 - Open question
Ben jij wel eens binnen of buiten Nederland verhuist?
Ja
Nee
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Iemand die verhuist naar een andere woonplaats of een ander land om daar te werken.
Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om te werken
Iemand die vertekt uit een gebied of land
Iemand die vanwege bijvoorbeeld oorlog vertrekt uit zijn regio of ander land
Emigrant
Arbeidsmigrant
Kennismigrant
Vluchteling
Slide 12 - Drag question
Aan de slag
Wat: maken opdrachten van H4.1 Wie: Individueel of samen met je directe buur Hoe: fluistertoon Vraag?: Na 5 minuten kan je een vraag stellen Tijd: 10 -15 minuten Klaar?: Maak opdracht 7 herhaling in je werkboek.
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Terugblikken leerdoelen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen migratie en mirgatieachtergrond betekenen.
Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland in het verleden.
Je kan verschillende groepen migranten beschrijven
Je kan voorbeelden geven van vertrek- en vestigingsredenen.
Je kan beschrijven welke soorten migranten er naar de EU komen