This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat kunnen we vinden in het Wetboek van Strafrecht?
Slide 2 - Mind map
Lees paragraaf 2.2
Opbouw en inhoud
timer
1:00
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welke van de onderstaande strafbare feiten is een overtreding?
A
Moord
B
Diefstal
C
Vernieling
D
Wildplassen
Slide 5 - Quiz
Wendy is aan het fietsen en rijdt door rood op een kruispunt. Een oplettende politieagent houdt haar aan. Het strafbare feit door rood rijden is een...
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 6 - Quiz
In welk boek en artikel staat wat een taakstraf inhoudt in het Wetboek van Strafrecht?
A
Boek 2 misdrijven, art. 122 Sr
B
Boek 3 overtredingen, art. 424 Sr
C
Boek 1 algemene bepalingen, art. 22c Sr
D
Staat niet in het Wetboek van Strafrecht
Slide 7 - Quiz
Noem een overtreding uit het Wetboek van Strafrecht en vermeld daarbij het artikel en de maximale straf die mag worden gegeven.
Slide 8 - Open question
Lees paragraaf 2.3 en 2.4
Misdrijven en overtredingen
Belang van het onderscheid tussen misdrijven en overtredingen
timer
1:30
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat is strafbaar?
A
Een poging tot overtreding.
B
Medeplichtigheid aan een overtreding.
C
Uitlokken van een overtreding.
Slide 12 - Quiz
Zoek op: artikel 45 Sr. Wat is de maximumstraf die bij een poging een misdrijf te plegen aan de dader kan worden opgelegd?
Slide 13 - Open question
Lees paragraaf 2.5
Reikwijdte van het Wetboek van Strafrecht
timer
1:30
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Een persoon met de Egyptische nationaliteit, woonachtig in Egypte vervalst een Nederlands paspoort. Welk beginsel is hier van toepassing?
A
Territorialiteitsbeginsel
B
Vlagbeginsel
C
Universaliteitsbeginsel
D
Personaliteitsbeginsel
Slide 17 - Quiz
Een Nederlander verkracht tijdens zijn vakantie op Bali een minderjarig kind. Welk beginsel is hier van toepassing?
A
Territorialiteitsbeginsel
B
Vlagbeginsel
C
Universaliteitsbeginsel
D
Personaliteitsbeginsel
Slide 18 - Quiz
Een matroos met de Deense nationaliteit vaart op een schip onder Nederlandse vlag. Hij wordt in Frankrijk aangehouden voor het in smokkelen van 50 kilo Cocaïne. Welk beginsel is van toepassing?
A
Territorialiteitsbeginsel
B
Vlagbeginsel
C
Universaliteitsbeginsel
D
Personaliteitsbeginsel
Slide 19 - Quiz
Een militair met de Nederlandse nationaliteit lekt in Amerika Nederlandse staatsgeheimen aan Chinese diplomaten. Welk beginsel is hier van toepassing?
A
Territorialiteitsbeginsel
B
Vlagbeginsel
C
Universaliteitsbeginsel
D
Personaliteitsbeginsel
Slide 20 - Quiz
Een Engelsman verkoopt in Haarlem op straat gestolen horloges. Welk beginsel is van toepassing?