Les 8: Sociale (on)gelijkheid

1 / 43
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Isara
1
10
15
9
3
4
17
11
2
19
18
7
20
5
14
16
8
6
12

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Les 8: Sociale (on)gelijkheid
Welkom! We gaan vandaag aan de slag met het allerlaatste thema: de verzorgingsstaat!
H3 - Welzijnsdilemma

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Opening (tel. tas (plattegrond) leerdoelen)
Mededelingen
Terugblik
Stil lezen 
Uitleg 
Werken aan PO
(Afsluiting met check) 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Ik leer...

- wat sociale ongelijkheid is

- welke factoren sociale ongelijkheid kunnen versterken

- wat de relatie tussen sociale ongelijkheid en de verzorgingsstaat is
Waar staan we?
- Het welzijnsdilemma
- Ontwikkelingen & verzorgingsstaat
- Functies van de verzorgingsstaat
- Verzorgingsstaat in de grondwet
--> werk
--> wonen, milieu en gezondheid
--> onderwijs

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Examendoel
De kandidaat kan :

Uitleggen wat het betekent voor de sociale ongelijkheid in een samenleving als individuen of groepen geen gebruik (weten te) maken van hun sociale rechten of niet kunnen voldoen aan hun sociale plichten. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Terugblik: Verzorgingsstaat in de Grondwet 




- Klassieke grondrechten
- Sociale grondrechten 
- Rechten & plichten 

--> Werk, gezondheid, milieu, wonen, onderwijs

Slide 9 - Slide

Leerlingen vragen

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Hebben we in onze samenleving gelijke kansen?
A
Ja, erg mee eens
B
Ja, beetje mee eens
C
Nee, beetje mee oneens
D
Nee, mee oneens

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Maatschappelijke positie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke
positie?

Slide 13 - Mind map

Plek in samenleving op basis van inkomen & aanzien
Zet de beroepen in de juiste volgorde. Zet het begroep met de meeste macht, het meeste aanzien of het meeste bezit bovenaan.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Mevr. Steebruggen: Docent maatschappijleer
Ingrid: Stagiaire bij de plaatselijke nagelstyliste
Jan Willem: Salesmanager bij Tatasteel 
Fatma: Directrice bij Greenpeace 
Pieter: Plaatselijke postbode 
Catharina-Amalia Beatrix Carmen: Kroonprinses van Nederland 
Joris Thijssen: Directeur bij Greenpeace 
Maijd: Gevlucht uit Syrië. Momenteel werkzoekende. 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Maatschappelijke Positie 

De plek die je inneemt in onze maatschappij noemen we je maatschappelijke positie. 

" De plaats die je in de samenleving inneemt "

Deze positie hangt af van verschillende factoren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke factoren spelen een rol bij een maatschappelijke positie?

  1. Hoeveel geld je verdient.
  2. Hoeveel macht je hebt.
  3. De kennis die je nodig hebt.
  4. Talent
  5. Afkomst

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Wat zien we hier?

Mensen met hogere SES hogere levensverwachting; andere levensstijl; ander gedrag
Prinses Amalia heeft door haar ………… een hoge maatschappelijke positie.
Welk woord is weggelaten?
A
Macht
B
Kennis
C
Afkomst
D
Talent

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De maatschappelijke positie is de plaats die je in de samenleving hebt.
2. Een docent dankt zijn maatschappelijke positie aan zijn afkomst.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Sociale mobiliteit
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn manieren om op de maatschappelijke ladder te kunnen stijgen?

Wat zijn manieren om op een
maatschappelijke ladder te kunnen
stijgen?

Slide 23 - Mind map

Opleiding
Benutten van talent
Sociale mobiliteit
Positietoewijzing -> geen invloed hoger op ladder

Positieverwerving -> zelf invloed hoger op ladder

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

sociale ongelijkheid

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Sociale ongelijkheid?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Sociale ongelijkheid
Als verschillen tussen mensen gevolgen hebben voor de manier waarop zij behandeld of gewaardeerd worden.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Drie soorten ongelijkheid
Ongelijke verdeling van bezit

  • Geld: inkomen, hoogte bankrekening
  • Spullen: dure auto, boot
Ongelijke verdeling van macht

  • Invloed die mensen hebben
  • Rol in overheid
  • Hoge functie
Ongelijke verdeling van aanzien

  • Status door functie
  • Status door kwaliteiten
  • Status door prestaties

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Sociale Ongelijkheid


Er is een verschil in kansen in Nederland. Sommige mensen hebben veel kansen, anderen minder. 





Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken sociale ongelijkheid?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Oorzaken
1. Cultuur
2. Opleiding en inkomen
3. Wonen
4. Discriminatie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Kansarm en Kansrijk

Kansarm
  • Minder kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie.

Kansrijk
  • Meer kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

LET OP:

KANSARM ≠ KANSLOOS

Slide 34 - Slide

hoe kan je je kansen vergroten denk je?

Wat doet de overheid om sociale ongelijkheid te verkleinen?

Slide 35 - Mind map

  • Sociale zekerheid: uitkeringen; toeslagen
  • Belastingen: op inkomen; kortingen
  • Onderwijs: toegankelijkheid; kansenbeleid
  • Gezondheidszorg: zorgtoeslag; basisverzekering
  • Arbeidsmarkt: minimumloon; activeringsbeleid
  • Woningbeleid: sociale huur; huurtoeslag
  • Gelijke kansen & discriminatiebestrijding: wetgeving; toezicht 
Wat doet de overheid
Links
Rechts
  • Veel hulp bieden (uitkeringen)
  • Hogere belastingen
  • Zelf zorg dragen
  • Mensen voor elkaar laten zorgen
Stimuleren onderwijs, werk

Slide 36 - Slide

Stimuleren onderwijs
Stimuleren werk

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Extra uitleg praktische opdracht?
Ga naar It's voor de praktische opdracht!

VWO: module, bronnen, H3
Havo: vaksite, bronnen, H3


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Extra uitleg? Vragen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag: PO
Deadline: 8 december 23.59 (it's) (opdr. 1 EN 2)
Wat
- Lees opdrachtenbeschrijving goed 
- Stel vragen/vraag feedback
- Bezig met uitwerken
- LET OP: Nadruk rol overheid
Hoe
Samen
Uitkomst
Begin PO

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Vier functies verzorgingsstaat
  • Verzorgen: bijv. verplichte zorgverzekering/verpleeghuizen

  • Verzekeren: sociale zekerheidsstelsel --> uitkeringen, AOW

  • Verheffen: bijv. Onderwijs, bibliotheken, cultuursubsidies

  • Verbinden: via onderwijs, zorg etc. maakt overheid verschillen tussen bevolkgingsgroepen kleiner

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Uitdagingen voor de verzorgingsstaat + PO


Huiswerk:





PO

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions