woordenboek

Woordenboek
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenboek

Slide 1 - Slide

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamw. als een werkw.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkw., bijv. nw.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 2 - Slide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 3 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 4 - Drag question

Stam van het woord
It was extremely  cold outside.    >
She gained a new phone.            >
That is unrecognisable.              >   
We have just caught up.              > 



Slide 5 - Slide

Stam van het woord
It was extremely  cold outside.  > stam = extreme
She gained a new phone.          > stam = gain
That is unrecognisable.         > stam = recognise  
We have just caught up.        > stam = catch (up)



Slide 6 - Slide

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 7 - Open question

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 8 - Open question

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen.
Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  

Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 9 - Slide

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.


  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.

  • Zoek het basiswoord. (slow i.p.v. slowly, extend i.p.v. extended)

  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 

  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 10 - Slide

zoek de betekenis op van het woord
ludicrously

Slide 11 - Open question

zoek de betekenis op van het woord
obtained

Slide 12 - Open question

Zoek de betekenis op van :
at your peril

Slide 13 - Open question

zoek de betekenis op van:
as regards

Slide 14 - Open question

Zoek de betekenis op van
counterfeit

Slide 15 - Open question

zoek de betekenis op van
my biggest outlay

Slide 16 - Open question

Choose your answer:

"I know how to use a dictionary"
A
Very well
B
I have to practise a lot.
C
I just need a little practise.
D
I must learn the alphabet first.

Slide 17 - Quiz