This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 1 - Slide
Planning
Bespreken SO vorige week
Uitleg middeleeuwen
(Huiswerk maken)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Oorzaken opkomst steden in late middeleeuwen
Waarom ontstond er weer een geldeconomie
Waarom was een samenwerking tussen steden voordelig?
Slide 3 - Slide
We verlaten het tijdvak van
De monniken en ridders (500-1000)
Slide 4 - Slide
Waar denk je aan bij Middeleeuwse steden?
Slide 5 - Mind map
Er komen weer steden
Rond jaar 1000:
Bloei handel + nijverheid
Mensen wonen + werken op platteland
Continuïteit en verandering?.
Slide 6 - Slide
Twee oorzaken
Ideeën?
1. Verbetering landbouw, zoals?
Betere werktuigen
Drieslagstelsel, wat is dat?
Afwisselen van gebruik grond. Zo raakt het land niet uitgeput en is de oogst groter.
Filmpje.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.
Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.
Slide 10 - Quiz
Andere oorzaak
2. Ontginnen woeste gronden
Bruikbaar maken voor landbouw
1 + 2 = stijging voedselopbrengst, en dus
Stijging bevolking + ruilen
Slide 11 - Slide
Er komen weer steden
Ruilen van voedsel, welke plekken?
Kruispunten, kloosters, kastelen. En dan?
Onstaan dorpen, later steden
Tussen 900 - 1300 ontstonden er +/- 1000 steden in Europa
Onstaan landbouw- stedelijke samenleving = Maatschappij waarin merendeel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar.
Slide 12 - Slide
De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog. Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?
Slide 13 - Quiz
Ruilen niet handig, ontstaan geld
Ruilen is niet handig, waarom?
Opnieuw gebruik van geld
Slide 14 - Slide
Er komt meer geld in omloop
Verandering: ontstaan geldeconomievanaf 13e eeuw
Pacht in vorm oogst onhandig, waarom?
Kan vergaan
Geld handiger, waarom?
Leger en hofhouding betalen.
Slide 15 - Slide
Nadeel geldeconomie = overal een ander soort munt... moeilijk te bepalen hoeveel de munten waard zijn.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg. Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.
Slide 19 - Quiz
Sleep het juiste antwoord naar de vraag:
Waarom trokken handelaren naar kruispunten van wegen en rivieren?
Waarom trokken handelaren naar kastelen en kloosters?
Omdat deze plaatsen goed bereikbaar waren.
Omdat deze goed beschermd werden.
Slide 20 - Drag question
Mensen in de stad wilden zelf de regels bepalen. Ze betaalden daar de landheer geld voor.
Hoe noem je deze rechten?
A
Het wetboek van strafrecht.
B
Stadsrechten.
C
Recht van overpad.
D
Betaalde rechten.
Slide 21 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.
Slide 22 - Drag question
Het tijdvak Steden & Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600
Slide 23 - Quiz
Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden