AFP Ademhaling

Ademhalingsstelsel
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar uit bestaat het ademhalingsstelsel?

Slide 2 - Slide

Luchtwegen 
Longen
Opbouw van het ademhalingstelsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van ademhaling??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
opnemen van O2 en afscheiden CO2

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Inademen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitademen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel
We onderscheiden bovenste- en onderste luchtwegen. 

Waaruit bestaan de bovenste luchtwegen?
En de onderste luchtwegen.
bronchie
vertakkingen
Luchtwegen zijn ruimten in je lichaam die gevuld zijn met lucht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom is ademen door de neus gezonder?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

De neusholte
Neusharen: Grote stofdeeltjes tegenhouden
Neusslijmvlies:  kleine stofdeeltjes + bacterien tegenhouden
Trilharen: Slijm verplaatsen naar keelholten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom is inademen in je neus gezonder?
*  Je maakt de lucht vochtig
*  Je maakt de lucht schoon
*  Je vangt ziekteverwekkers op
*  Je ruikt gevaarlijke stoffen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Keelholte

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Keelholte en strottehoofd
In de keelholte zitten de huig en het strotteklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strotteklep: sluit de luchtpijp af.

In het strottehoofd zitten de stembanden = 
scheiding van de bovenste en onderste 
luchtwegen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurd er als je je verslikt?
A
Je strotklepje sluit niet goed en eten gaat de luchtpijp in
B
Je huig sluit niet goed en eten gaat de luchtpijp in

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaan de onderste luchtwegen?
A
Luchtpijp en amandelen
B
Luchtpijp en Huig
C
Luchtpijp strottenhoofd en longen
D
Longen, luchtpijp, bronchiën en bronchiolen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Onderste luchtwegen
Geleiden de lucht naar de longen waar de daadwerkelijke gaswisseling plaats vindt.

  • luchtpijp = trachea
  • bronchien en bronchiolen
  • longen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en bronchien.
om de luchtpijp open te houden en deze te beschermen zitten er kraakbeenringen  eromheen.

de luchtpijp splits zich in tweeën. 

 die 2 vertakkingen heten bronchiën.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Onderste luchtwegen (5)
Alveoli (longblaasjes): Eindpunt van
bronchioli
  • Vorm van druiventrosjes
  • Omringt door netwerk van haarvaatjes
  • Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide
  • Aantal: 900 miljoen!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Longen
Rechterlong: 3 kwabben (lobben)
Linkerlong: 2 kwabben 

De longen zijn omgeven door longvliezen (pleura):
  • Maken een soepele ademhaling mogelijk
  • Longvlies: vast aan buitenkant longen
  • Borstvlies: vast aan diafragma, borstwand en hartzakje
  • Pleuraholte: gevuld met vocht (géén lucht!)

Slide 21 - Slide

Pleura houden de longen op hun plek en zorgen ervoor dat de longen tijdens de ademhaling niet over de borstwand schuren en eventueel beschadigd raken.

Vergelijk het maar met twee stukjes plastic die je over elkaar schuift met een beetje water ertussen. Het schuift wel, maar je kunt ze niet van elkaar trekken. 

De longen rusten op het middenrif (diafragma):  Scheidt de borstholte van de buikholte
Het stappen plan
Mis ik de uitwerking van Stap 5:
Wat je wanneer gaat doen. 
Beschrijf duidelijk hoe jullie de taken hebben onderverdeeld.
Op welke momenten jullie aan de klinische les gaan werken.
Wie of wat heb je nodig om de activiteiten uit te voeren. -
Bepaal de volgorde van de activiteiten
Vul alles in, in een (week)planning.
Op welke werkplek je dit gaat doen, met wie je gaat samenwerken en welke informatie en hulpmiddelen je nodig hebt.
In het stappenplan moet duidelijk beschreven staan wie van jullie welke taken op zich neemt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions