§ 3.2 Deel berekenen

     § 3.2 Deel berekenen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

     § 3.2 Deel berekenen

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van de les weet je meer over:



  • Hoeveelheid berekenen aan de hand van een percentage
  • Percentage berekenen aan de hand van een hoeveelheid
  • Percentages vergelijken

Slide 2 - Slide

Procent 
Een procent (%), is een honderdste deel. Dat wist je al..
Je gebruikt procenten om een verhouding aan te geven, waarbij het geheel (totaal) op 100% is.  

Computer kost exclusief btw €1200. Dit is 100% (percentage)
1% is 1200 : 100 = 12 euro
BTW 21% ==>    21 * €12  = € 252 Euro

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoeveelheid berekenen  1
ls een percentage gegeven is, en je wilt weten hoeveel het is (absoluut gezien), dan kun je dat op 3 manieren uitrekenen.

Manier 1


Bijv. 12% van 1250:

1250 : 100 x 12 = 150





Slide 5 - Slide

Hoeveelheid berekenen 2
Manier 2
Vermenigvuldig het totaal met een factor.
De factor bereken je door het percentage te delen door 100.

Bijv. 12% van 1250

0,12 x 1250 = 150






Slide 6 - Slide

Hoeveelheid berekenen 3
Manier 3
Gebruik een verhoudingstabel!
Bijv. 12% van 1250




? = 1250 x 12 : 100 = 150





1250
?
100%
12%

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
In 2021 waren er 999.180 studenten ingeschreven binnen het mbo en hbo.
Van deze groep stond 51% ingeschreven bij het mbo.
Daarvan was 50% van het mannelijk geslacht.
Van deze mannen kwam 3,5% uit Groningen.

Hoeveel mannelijke mbo-studenten komen er uit Groningen?

Slide 8 - Slide

Manier 1


Aantal mbo'ers: 999.180 : 100 × 51 = 509.581,8
Aantal mannelijke mbo'ers: 509.581,8 : 100 × 50 = 254.790,9
Aantal mannelijke mbo'ers uit Groningen: 254.790,9 : 100 × 3,5 = 8917,6815
Afgerond: 8918






Manier 2

Bedenk eerst met welke factoren je rekent:
51%, dus keer 0,51
50%, dus keer 0,50
3,5%, dus keer 0,035
999.180 × 0,51 × 0,50 × 0,035 = 8917,6815
Afgerond: 8918

Slide 9 - Slide

Kan ook met een tabel! Dus eigenlijk 3 manieren!





En hoe nu verder?

999.180
509.581,8
509.581,8
254.790,9
100%
51 %
100%
50%

Slide 10 - Slide

Percentage berekenen
Manier 1


(ook wel Deel : Geheel x 100)
Manier 2
Aantal
Totaal
100%

Slide 11 - Slide

Percentage berekenen
7 op de 25 mensen drinken meer dan 1 liter melk per week.
Laat met een berekening zien hoeveel procent van de mensen meer dan 1 liter melk per week drinkt.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Floris heeft in januari voor € 5.000 aan 
bitcoin gekocht. In de tabel zie je de waarde 
van zijn belegging in de eerste vier maanden.
Hoeveel procent winst na vier 
maanden?
Na vier maanden heeft Floris 
€ 5.575,84 – € 5.000 = € 575,84 winst.
Dat is 575,84 : 5.000 × 100 = 11,52% (afgerond)


















feb 2021
€ 6.833,00
mrt 2021
€ 9.146,65
apr 2021
€ 8.772,56
mei 2021
€ 5.575,84

Slide 13 - Slide

Percentages vergelijken
  • Joran en Dieke zijn collega's en verdienen allebei € 19 per uur. Per 1 januari krijgen ze een loonsverhoging van 2,3%.
  • Joran werkt 16 uur per week. Per 1 januari wil hij alleen nog onregelmatige diensten werken. Hij krijgt daarvoor een opslag van 44%.
  • Dieke werkt 24 uur per week, maar wil per 1 januari 25% meer gaan werken.

Wie gaat er in procenten het meest op vooruit? En wie in Euro's?

Slide 14 - Slide

Maak groepjes, werk uit en lever in!
- Joran en Dieke zijn collega's en verdienen nu allebei € 19 per uur.
Per 1 januari krijgen ze een loonsverhoging van 2,3%.
- Joran werkt 16 uur per week. Per 1 januari wil hij alleen nog onregelmatige diensten werken. Hij krijgt daarvoor een opslag van 44%. Dieke werkt 24 uur per week, maar wil per 1 januari 25% meer gaan werken.

Wie gaat er per 1 januari in procenten het meest op vooruit? 
En wie in Euro's?
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Uitwerking
Joran verdiende eerst 16 × € 19 = € 304
Per 1 januari verdient hij € 304 × 1,023 × 1,44 = € 447,83
Joran gaat er € 143,83 op vooruit.
Dieke verdiende eerst 24 × € 19 = € 456
Per 1 januari verdient ze € 456 × 1,023 × 1,25 = € 583,11
Dieke gaat er € 127,11 op vooruit.

Slide 16 - Slide

En nog even dit...

Slide 17 - Slide

Aan de slag!!
N4 Domein Procenten

§ 3.2 Deel berekenen!

Slide 18 - Slide