This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Engels A1
Monday the 7th of June 2021
Slide 1 - Slide
Voorwaarden
- Zorg dat je er de hele les bij blijft met je aandacht
- Zorg dat je het boek ook open hebt
- Vragen kun je stellen met het handje onderin
Slide 2 - Slide
Goals
- I know how to use the past simple correctly
Slide 3 - Slide
Programme
- Irregular verbs
- Past simple: check ex. 55d, 56b, 57a
- G Reading: do ex. 44, 45c, 46
Slide 4 - Slide
Irregular verbs: to bite (give me all 3 forms)
Slide 5 - Open question
Irregular verbs: to beat (give me all 3 forms)
Slide 6 - Open question
Irregular verbs: to beat (give me all 3 forms)
Slide 7 - Open question
Past simple
- Check ex. 55d , 56b, 57a
Slide 8 - Slide
Reading
- Do ex. 44, 45c, 46
Slide 9 - Slide
Possessive
Slide 10 - Slide
What is the difference?
Slide 11 - Slide
Possessive (bezit)
mensen en dieren
enkelvoud
meervouden die niet op een-s eindigen
Bij uitdrukkingen van tijd
Lucas's iPad.
The cat's whiskers.
Men's clothing.
's
Slide 12 - Slide
Possessive (bezit)
meervouden die op -s eindigen
My parents' car. (mum and dad)
His siblings' hobby.
'
Slide 13 - Slide
Possessive (bezit)
dingen of geografische namen
The roof of the house.
The capital of England.
of
Slide 14 - Slide
Sarah is Emily____ aunt.
A
's
B
s'
C
s
Slide 15 - Quiz
much and many
much = veel many = veel Wanneer gebruiken we much en wanneer many?
Slide 16 - Slide
de regel
Much gebruik je voor "uncountable" nouns = znw die geen meervoud hebben bv money Many gebruik je voor "countable"nouns = znw die een meervoud hebben bv coins