PW H3 en 8 dinsdag
Sleept het begrip naar de juiste uitleg.
Het neerleggen van materiaal als de stroomsnelheid van de rivier afneemt.
Sedimenten die door verwering los zijn gekomen.
Materiaal dat is neergelegd door water, wind of ijs.
Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofrivier de zee in stroomt.
Sedimentatie
Verweringsmateriaal
Sediment
Stroomgebied
1 / 17
Items in this lesson
Sleept het begrip naar de juiste uitleg.
Het neerleggen van materiaal als de stroomsnelheid van de rivier afneemt.
Sedimenten die door verwering los zijn gekomen.
Materiaal dat is neergelegd door water, wind of ijs.
Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofrivier de zee in stroomt.
Sedimentatie
Verweringsmateriaal
Sediment
Stroomgebied
Slide 1 - Drag question
Welk begrip hoort bij dit plaatje?
Slide 2 - Open question
Welk natuurverschijnsel zie je op dit plaatje?
Slide 3 - Open question
Stuwdammen houden water tegen. Ze kunnen de waterbalans op orde houden. Maar verder stroomafwaarts kan een stuwdam voor problemen zorgen. Leg uit waarom.
Slide 4 - Open question
Bekijk het plaatje en de tekst hieronder. Welk begrip hoort hierbij?
"Bij heftige regenval in Frankrijk is de Maas uit haar oevers getreden."
"Bij heftige regenval in Frankrijk is de Maas uit haar oevers getreden."
A
Waterbalans
B
Piekafvoer
C
Irrigatie
D
Waterkringloop
Slide 5 - Quiz
Windkracht meten we op de schaal van....
Slide 6 - Open question
Een manier om watertekort tegen te gaan is "ontzilten". Hierbij maak je zout zeewater zoet. Wat zijn hiervan twee nadelen?
Slide 7 - Open question
In India is sprake van waterstress. Toch valt er genoeg neerslag in India. Waarom kan er toch waterstress zijn in India?
(bron rechts: de rivier de Ganges in India)
(bron rechts: de rivier de Ganges in India)
Slide 8 - Open question
Sleep het goede antwoord naar de bewering.
De bodem van een polder bestaat vaak uit veen/klei.
Verzilting ontstaat doordat zeewater via sloten en rivieren de polder in stroomt.
Door inklinking komt een polder verder onder het zeeniveau te liggen.
Een zoute bodem is gunstig voor de landbouw.
Juist
Juist
Juist
Juist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Slide 9 - Drag question
Bekijk de afbeelding. Welk begrip
zou je bij deze afbeelding kunnen
plaatsen?
zou je bij deze afbeelding kunnen
plaatsen?
Slide 10 - Open question
Als de grond zouter wordt is dit een voorbeeld van ...
A
Zandmotor
B
Inklinking
C
Verzilting
D
Zeeniveau
Slide 11 - Quiz
Een reden dat het overstromingsrisico stijgt voor Nederlandse kustgebieden is kustafslag. Noem nog 2 redenen
Slide 12 - Open question
Zet het juiste begrip op de juiste plaats
Duinen
zeeniveau
droogmakerij
Grens hoog/laag NL
Slide 13 - Drag question
Bekijk de afbeelding.
Welk begrip past bij de afbeelding?
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Inklinking
B
Kustafslag
C
Zeeniveau
D
Zandsuppletie
Slide 14 - Quiz
Met netwerken van dijken, stuwen en sluizen regelen we in Nederland het waterpeil van rivieren. Hoe noem je dit?
A
Waterschap
B
Nevengeul
C
Retentiegebied
D
Waterbeheer
Slide 15 - Quiz
Zet bij elke zin op het past bij vasthouden, bergen of lozen van water.
De stuw gaat open zodat het water makkelijker naar zee kan stromen.
Riolering wordt aangepast zodat het water minder snel in de rivier komt.
Een stuk natuurgebied wordt aangewezen als retentiegebied.
vasthouden
bergen
lozen
Slide 16 - Drag question
Bekijk de afbeelding.
Welk begrip past op
het zwarte vakje?
Welk begrip past op
het zwarte vakje?
