bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mooi
B
jongen
C
de
D
werken

Slide 2 - Quiz

Wat is een lidwoord?
A
mooi
B
jongen
C
de
D
werken

Slide 3 - Quiz

wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
mooi
B
jongen
C
de
D
werken

Slide 4 - Quiz

bruin: Het brood is...................

Slide 5 - Open question

bruin: het ............... brood

Slide 6 - Open question

bruin: een .................. brood

Slide 7 - Open question

bruin: ...................... brood

Slide 8 - Open question

gezellig: het..................... feest

Slide 9 - Open question

gezellig: het feest is...................

Slide 10 - Open question

oud: de juf is.....................

Slide 11 - Open question

oud: de ........................ juf

Slide 12 - Open question

oud: een .................... juf

Slide 13 - Open question

grijs: het haar is ..................

Slide 14 - Open question

grijs: het .................... haar

Slide 15 - Open question

grijs: .................... haar

Slide 16 - Open question

wit: het kopje is ......................

Slide 17 - Open question

wit: het ...................... kopje

Slide 18 - Open question

wit: een............... kopje

Slide 19 - Open question

plastic: het kopje is van....................

Slide 20 - Open question

plastic: het .................... kopje

Slide 21 - Open question

plastic: een ................. kopje

Slide 22 - Open question

zilver: een ...................... oorbelletje

Slide 23 - Open question

klein: een ...................... oorbelletje

Slide 24 - Open question

zilver: het oorbelletje is van...............

Slide 25 - Open question