This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Aarde - Landschapszones
Par. 1.1
Het landschap als dynamisch systeem
Slide 1 - Slide
Leerdoelen par. 1.1
Je kent de verschillende geofactoren.
Je begrijpt hoe geofactoren samenhangen met name in relatie tot de bodem.
Je kunt het landschap als dynamisch systeem beschrijven.
Slide 2 - Slide
Wat zijn geofactoren?
Slide 3 - Open question
Geofactoren
Welke geofactoren zijn het meest dominant?
De onderdelen van een landschap die op elkaar inwerken en samen de processen aan en het uiterlijk van het aardoppervlak bepalen.
Slide 4 - Slide
Welke geofactoren zijn het meest dominant?
A
Klimaat en gesteente
B
Ondergrond en klimaat
C
Ondergrond en water
D
Klimaat en mens
Slide 5 - Quiz
Dwarsdoorsnede
Een bos als dynamisch systeem (bron 5)
Wat hoort waar?
organisch afval
levend organisch materiaal
humusrijke grond
onveranderde grond
uitgespoelde grond
A
Levend organisch materiaal
B
Organisch afval
C
Uitgespoelde grond
D
Humusrijke grond
E
Onveranderde grond
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Een combinatie van processen houdt een voedselkringloop in stand:
fotosynthese
mineralisatie
humusvorming
uitspoeling
inspoeling
verwering
Fotosynthese (ook: koolstofdioxide-, koolzuur- of koolstofassimilatie) is een vorm van biosynthese, waarbij energie uit zonlicht wordt gebruikt om gasvormig koolstofdioxide om te zetten in de vaste stof glucose. Bij deze chemische reactie komt zuurstofgas vrij.
Slide 8 - Slide
Waar vindt welk proces plaats?
fotosynthese?
uitspoeling?
inspoeling?
A
Fotosynthese:
Water + CO2 + licht + voedingsstoffen --> Plantaardig materiaal
B
Bladeren vallen op de grond: organisch afval
Bladeren en takjes worden afgebroken tot humus en mineralen. Wormen en bacteriën verteren geheel of gedeeltelijk organisch afval
C
Uitspoeling:
Er zakt meer neerslag naar beneden dan er weer terug omhoog komt > dit neemt humus en mineralen verder mee naar beneden
D
Inspoeling:
Dieper in de grond blijft de humus steken tussen bijv. de zandkorrels
E
Nog dieper in de grond vind je de grondsoort waarin de bodem gevormd wordt. Door verwering kunnen de gronddeeltjes wel steeds kleiner worden.
Slide 9 - Slide
Stencil bodems
Vraag 1 t/m 12
Slide 10 - Slide
Het klimaat heeft grote invloed op het type bos dat ergens voorkomt
A
Naaldbos > in de boreale zone
(lange koude winter, kort groeiseizoen)
B
Tropisch regenwoud > in de tropische zone
(warm, veel neerslag)
C
Loofbos > in de gematigde zone
(seizoensinvloed, voldoende neerslag)
Slide 11 - Slide
Als klimaat en begroeiing veranderen, is het logisch dat de processen die de verkleuring van de grond veroorzaken ook anders zijn.
Geoxideerde ijzerdeeltjes. De rest van de stoffen uit de grond is door snellere mineralisatie en uitspoeling niet meer aanwezig.
Het hele jaar door is er uit- en inspoeling. Er onstaat een dikke laag organisch materiaal
Weinig groeiseizoen. Vorming en afbraak van organisch materiaal gebeurt traag: dikke laag organisch materiaal.
Slide 12 - Slide
Welke processen horen (vooral) bij welke bodem?
mineralisatie
uitspoeling
humificatie
inspoeling
chemische verwering
Mineralisatie is het proces waarbij organische verbindingen (plantenresten, afgevallen bladeren,…) in of op de bodem door micro-organismen worden omgezet in anorganische (minerale) verbindingen (vb. nitraat, koolstofdioxide).
Door humificatie wordt een deel van het vers organisch materiaal omgevormd tot organische stof in de bodem.
Slide 13 - Slide
Naaldbos Tropisch bos Loofbos
humusvorming uit- en inspoeling
sterke mineralisatie
sterke uitspoeling
sterke chemische verwering
mineralisatie en humusvorming
uit- en inspoeling
Slide 14 - Slide
Bekijk 1a in je boek. Welke letters zijn juist? Voer los in.
Slide 15 - Mind map
Bekijk figuur 1 blz 5 opdrachtenboek, en oefening 2a
1
2
3
4
5
6
Verwering
Mineralisatie
Afsterven organisch materiaal
Fotosynthese
Humificatie
Uitspoeling
Slide 16 - Drag question
2b
Humificatie
Mineralisatie
Voedingsstoffen
Volledige afbraak organisch materiaal
Gedeeltelijke afbraak organisch materiaal
Humus
Binding water en voedingsstoffen
Slide 17 - Drag question
1.2 wisselwerking tussen de geofactoren
H2 Landschapszones
Domein Aarde
V6
Slide 18 - Slide
Lesdoel
Waardoor verschillen de landschapszones zo sterk van elkaar?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Ontstaan landschapszones
Verschillen in klimaat leiden tot verschillen in wisselwerking tussen de geofactoren en daarmee tot verschillende landschapszones.
Verschillen binnen de landschapszones ontstaan door reliëf.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Bossen
Voldoende water (nuttige neerslag)
zomertemperatuur niet te laag
groeiseizoen niet te kort
verschillende klimaten -> verschillende bossen -> verschillende bodems
In welke landschapszones ontbreekt bos en waarom?
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Verschillende soorten bodems
Tropisch regenwoud: rode bodems -> chemische verwering, geen humusvorming
Loofwoud: humus
Naaldwoud: organisch afval, veel uitspoeling -> witgrijze bodem
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Verschillende soorten bodems
Aride zone: neerslagtekort -> geen humusvorming, geen uitspoeling (alleen verdamping)
Gematigde breedte: nuttige neerslag 0, grassteppe -> geen uitspoeling, humusvorming
Polaire zone: kort groeiseizoen, lage temperatuur, veen -> geen uitspoeling (permafrost), geen humusvorming.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
De mens
doorbreekt het natuurlijke systeem
d.m.v. landbouw
1. natuurlijke kringlopen worden doorbroken
2. van biodiversiteit naar monocultuur
Slide 32 - Slide
Opdrachten
Jullie gaan zelf de hoofdvraag van par. 4 beantwoorden.
Geef per landschapszone:
drie kenmerken
één foto
Leg uit hoe de mens het gebied gebruikt of beïnvloedt